Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 01] B.V. te [plaats02] ,
[gedaagde 02] B.V.te [naam01] Nb,
[gedaagde 03] B.V.te [plaats03] ,
[gedaagde 04]te [plaats04] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 februari 2021, met producties 1 t/m 37;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 4;
- het tussenvonnis van 20 april 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte overlegging producties van [eiser01] , met producties 38 t/m 41;
- de akte overlegging producties van gedaagden, met producties 5 t/m 7;
- de mondelinge behandeling gehouden op 28 september 2022. De griffier heeft aantekening gehouden van het verhandelde ter zitting.
2.De feiten
business developerbij [eiser01] .
Vertrouwelijke informatie”)
termijn van 7 dagen vanaf hedenom schriftelijk te reageren en passende maatregelen te nemen. Wij behouden ons nadrukkelijk het recht voor om (rechts)maatregelen te treffen, waaronder – maar niet beperkt tot – het leggen van beslag (…).”
3.Het geschil
Primair
Primair
4.De beoordeling
vordering I primair onder A
trafficte genereren, zoals [gedaagden 2 en 3] aanvoeren, maar verplichtte partijen ook om exclusief voor elkaar te zijn voor wat betreft hun programmatuur. Artikel 7.1 heeft in die zin naar het oordeel van de rechtbank, anders dan [gedaagden 2 en 3] meent, wel de functie van een non-concurrentiebeding, nu het partijen verbiedt om met concurrenten van de contractspartij samen te werken.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)