ECLI:NL:RBDHA:2022:14869
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Besluit tot verlening van verblijfsvergunning asiel en ingangsdatum
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had op 17 maart 2021 een opvolgende aanvraag ingediend, maar was het niet eens met de ingangsdatum van de verleende vergunning, die volgens hem 20 maart 2018 zou moeten zijn, de datum van zijn eerste asielaanvraag. De rechtbank heeft de aanvraag beoordeeld en vastgesteld dat er geen verzoek om bestuurlijke heroverweging was gedaan, maar dat het ging om een opvolgende aanvraag. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en geconcludeerd dat de ingangsdatum van de vergunning terecht op 17 maart 2021 was vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt op 23 september 2022.