Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De maatregel was gebaseerd op artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, en eiser had hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 1 augustus 2022 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en dat er een significant risico is dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft de gronden voor de maatregel betwist, maar de rechtbank oordeelde dat de zware gronden voldoende gemotiveerd zijn en dat eiser zich niet aan de verplichtingen heeft gehouden die op hem rustten. De rechtbank heeft ook overwogen dat verweerder terecht geen lichter middel heeft opgelegd, gezien de omstandigheden van de zaak. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 augustus 2022.