ECLI:NL:RBDHA:2022:14645

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
AWB 22/3988
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing visumaanvraag kort verblijf op basis van onvoldoende bewijs van terugkeer en binding met land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Guinese man, en de minister van Buitenlandse Zaken. De eiser had op 7 december 2021 een aanvraag ingediend voor een visum voor kort verblijf in Nederland om zijn moeder en (half)broers en -zussen te bezoeken. De aanvraag werd op 21 december 2021 afgewezen, omdat de eiser niet voldoende bewijs had geleverd van het doel en de omstandigheden van zijn verblijf, en er twijfels bestonden over zijn voornemen om Nederland tijdig te verlaten. Na een bezwaarprocedure verklaarde de minister het bezwaar ongegrond, waarop de eiser beroep instelde bij de rechtbank.

De rechtbank heeft op 15 november 2022 de zaak behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de minister in redelijkheid tot de conclusie had kunnen komen dat de eiser onvoldoende had aangetoond dat hij tijdig zou terugkeren naar Guinee. De rechtbank wees erop dat de eiser, die op dat moment 21 jaar oud was, ongehuwd en zonder kinderen, een beperkte sociale band met Guinee had. De rechtbank vond dat de enkele verklaring van de eiser over zijn relatie en zijn economische situatie niet voldoende was om de twijfels van de minister te weerleggen.

De rechtbank concludeerde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen en dat het beroep van de eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/3988

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 december 2022 in de zaak tussen

[eiser], eiser,

v-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. H. van der Heide-Boertien),
en

de minister van Buitenlandse Zaken (verweerder)

(gemachtigde: mr. T. Pourjalili).

Procesverloop

Bij besluit van 21 december 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers aanvraag voor een visum voor kort verblijf afgewezen.
Bij besluit van 1 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 15 november 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: mevrouw [A] (eisers moeder en referent), de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is geboren op [geboortedag] 2001 en heeft de Guinese nationaliteit. Hij heeft op 7 december 2021 een aanvraag ingediend voor een visum voor kort verblijf voor familiebezoek. Hij wenst zijn moeder en (half)broers en -zussen te bezoeken.
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat eiser het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf onvoldoende heeft aangetoond en er twijfels bestaan over zijn voornemen het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie vóór het verstrijken van het visum te verlaten. [1] Hij heeft zijn familierelatie met referent, zijn moeder, niet aannemelijk gemaakt of aangetoond met objectiveerbare bewijsstukken. Dit geldt ook voor het doel en de omstandigheden van zijn verblijf. Tot slot stelt verweerder dat eiser zijn sociale en economische banden met Guinee onvoldoende heeft aangetoond of dat deze zeer gering zijn gebleken.
3. Verweerder heeft met het bestreden besluit de afwijzing van de aanvraag in bezwaar gehandhaafd en aanvullend tegengeworpen dat eiser niet heeft aangetoond dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt voor het verblijf en de terugreis. [2]
Waarom is eiser het niet eens met verweerder?
4. Eiser stelt dat hij het doel en de omstandigheden van zijn verblijf heeft aangetoond met de verklaringen van zijn werkgever. Hieruit blijkt dat hij niet langer dan vier weken vakantie krijgt voor familiebezoek. Ook stelt eiser dat hij heeft aangetoond dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt en het duidelijk is dat hij bij familie in Den Haag zal verblijven. Verweerder stelt volgens eiser ten onrechte dat er redelijke twijfels bestaan over zijn tijdige terugkeer naar Guinee, omdat het doel en omstandigheden van zijn verblijf duidelijk uit de verklaringen van zijn werkgever blijken, hij in Guinee beschikt over een goed inkomen, gratis een woning tot zijn beschikking heeft, een auto bezit en al drie jaar lang een relatie heeft. Hij heeft geen reden om zich in Nederland te vestigen. Verweerder heeft het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid door niets te doen met de verstrekte informatie in de vragenlijst en het bezwaar ten onrechte kennelijk ongegrond verklaard zonder referent te horen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Tijdige terugkeer
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat tijdige terugkeer voor het verstrijken van het visum onvoldoende is aangetoond. Dat eiser 21 jaar was ten tijde van het bestreden besluit, ongehuwd en geen kinderen heeft, maakt dat verweerder in redelijkheid stelt dat hij een geringe sociale band met Guinee heeft. Dat hij in beroep stelt gedurende drie jaar een relatie te hebben, heeft verweerder niet tot een andere conclusie hoeven brengen. Eén foto is onvoldoende onderbouwing van een relatie. Daar komt bij dat deze verklaring in strijd is met informatie verstrekt door eiser bij de aanvraag. Bij de aanvraag in 2021 heeft hij gemeld single te zijn, hetgeen strijdig is met zijn opmerking dat hij gedurende drie jaar een relatie heeft. Verder hecht verweerder er terecht waarde aan dat niet gebleken is dat eiser de zorg heeft voor andere familieleden of andere zwaarwegende maatschappelijke verplichtingen heeft die hem dwingen tijdig terug te keren naar Guinee. Verweerder stelt ook in redelijkheid dat eiser een beperkte economische binding met Guinee heeft, omdat hij onvoldoende heeft onderbouwd dat hij over een regelmatig en substantieel inkomen in Guinee beschikt om zelfstandig in zijn onderhoud te voorzien. Zo heeft eiser geen arbeidsovereenkomst overgelegd, zodat de aard en duur hiervan niet is onderbouwd. Ook heeft hij geen bankafschriften of kwitanties overgelegd waaruit blijkt dat zijn salaris daadwerkelijk is gestort of contact is uitbetaald en hij daarover dus daadwerkelijk beschikt. De werkgeversverklaringen en loonspecificaties heeft verweerder onvoldoende kunnen vinden, omdat hieruit niet blijkt wat voor een soort dienstverband eiser heeft en of hij zijn loon daadwerkelijk ontvangt. Dat eiser beschikt over een woning en dat uit de werkgeversverklaringen blijkt dat hem vakantie is verleend en hij daarna dient terug te keren, is gelet op het voorgaande onvoldoende. Verweerder heeft bij het nemen van het bestreden besluit eisers informatie uit de vragenlijst afdoende betrokken.
6. Op zitting is namens eiser verzocht om een extra mogelijkheid om stukken over te leggen ter onderbouwing van zijn aanvraag. Aangevoerd is dat men nadere informatie wil overleggen over de economische binding, zoals de wijze waarop het loon werd ontvangen (contant). De rechtbank ziet geen aanleiding dit verzoek in te willigen. Naast dat het aan eiser is om zijn aanvraag deugdelijk te onderbouwen, stelt de rechtbank vast dat in het primaire besluit staat dat objectiveerbare stukken ontbreken en in het bestreden besluit duidelijk is uitgelegd welke stukken ontbreken. Het lag op de weg van eiser om deze stukken uiterlijk vóór de behandeling van het beroep op zitting over te leggen. Eiser heeft daar ook voldoende tijd voor gehad, nu sinds het instellen van beroep ruim vijf maanden zijn verstreken.
7. Het bovenstaande brengt de rechtbank tot het oordeel dat verweerder de aanvraag in redelijkheid heeft kunnen afwijzen omdat er redelijke twijfel bestaat over de tijdige terugkeer van eiser naar Guinee. Deze grond kan de afwijzing van de aanvraag zelfstandig dragen. Dit betekent dat de vraag of verweerder de aanvraag ook kon afwijzen omdat het doel en de omstandigheden van het verblijf niet aannemelijk zijn en of eiser beschikt over voldoende middelen van bestaan voor zijn verblijf en terugreis geen bespreking behoeft.
Horen in bezwaar
8. Op grond van wat namens eiser in bezwaar is aangevoerd over de sociale en economische binding met Guinee en de daaruit af te leiden twijfel over tijdige terugkeer was direct duidelijk dat het bezwaar niet tot een andere uitkomst zou leiden. Zo is niet in geschil dat (het merendeel van) de stukken die eiser in bezwaar heeft overgelegd al bij de aanvraag zijn ingebracht, behalve één foto om zijn relatie te onderbouwen. Dit maakt dat verweerder heeft kunnen oordelen dat eisers bezwaar hoofdzakelijk een herhaling van zetten is. De enkele mogelijkheid dat eiser in bezwaar nieuwe gezichtspunten naar voren had kunnen brengen, is onvoldoende grond om hem te horen. [3] Dit betekent dat verweerder het bezwaar heeft kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond en heeft kunnen afzien van het horen in bezwaar.
Wat is de conclusie?
9. Nu geen van de beroepsgronden slaagt, verklaart de rechtbank het beroep ongegrond.
10. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.M. de Keuning, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Kroes, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 december 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie artikel 32, aanhef en onder a, ii, en b van de Visumcode.
2.Zie artikel 32, aanhef en onder a, iii, van de Visumcode.
3.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1918, r.o. 4.3 en 5.1).