Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[A] voorheen handelend onder de naam MB TRADING EN CONSULTANCY,
1.De procedure
- het oproepingsexploot van 21 juni 2021, waarin De Ridder door MB Trading wordt opgeroepen teneinde de procedure te hervatten;
- het tussenvonnis van 2 maart 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging aanvullende producties van De Ridder , met producties GP09 t/m GP11;
- de akte overlegging aanvullende producties van MB Trading , met producties EP30 en EP31;
- het proces-verbaal van de op 30 augustus 2022 gehouden mondelinge behandeling.
2.De feiten
Voorgeschiedenis
cuddlebugs(kussentjes met een vulling van polystyreenkorrels).
Ridder koopt voor gezamenlijke risico en rekening van Partijen Cuddlebugs in (…);
Partijen zullen zich inspannen om de Cuddlebugs zowel nationaal als internationaal te verkopen;
cuddlebugsin te kopen zonder De Ridder daarbij te betrekken. Dit is voor De Ridder aanleiding geweest om de overeenkomst op 17 april 2015 te ontbinden.
- het Benelux woordmerk CUDDLEBUG, gedeponeerd op 2 september 2008 en geregistreerd op 10 december 2008 onder nummer 849867 voor waren en diensten in de klassen 10, 20 en 24;
- het Benelux woordmerk CUDDLEBUG, gedeponeerd op 12 december 2011 en geregistreerd op 12 maart 2012 onder nummer 911643 voor waren en diensten in de klassen 20, 24 en 28;
- het hieronder weergegeven Benelux beeldmerk, gedeponeerd op 10 maart 2020 en geregistreerd op 12 maart 2020 onder registratienummer 1413225 voor waren en diensten in klassen 10, 20, 24 en 28.
cuddlebugste staken en gestaakt te houden.
3.Het geschil
cuddlebug-producten en/of het invoeren of uitvoeren van inbreukmakende
cuddlebug-producten;
cuddlebug-producten binnen de EU te verhandelen, op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 10.000,- voor elke overtreding en voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt, te rekenen vanaf drie dagen na betekening van dit vonnis;
cuddlebug-producten uit het handelsverkeer terug te roepen en deze op kosten van De Ridder te vernietigen, met bewijs van deze vernietiging aan de advocaat van MB Trading ;
cuddlebug-producten aan MB Trading mee te delen en alle daarop betrekking hebbende gegevens te verstrekken;
cuddlebug-producten, welke ten minste de volgende informatie bevat: i) dat De Ridder de onderhavige inbreukmakende
cuddlebug-producten heeft verkocht, ii) dat deze producten niet afkomstig waren van de merkhouder en iii) dat De Ridder de verkoop van deze producten op last van de rechtbank per direct heeft gestaakt, welke brief op een wijze wordt verwoord waarbij geen rechtvaardigingsgronden worden aangedragen en de tekst ook op neutrale wijze is verwoord;
cuddlebug-producten genoten nettowinst af te dragen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betreffende inbreuken althans vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening, dan wel De Ridder veroordeelt tot vergoeding van de schade aan MB Trading , nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betreffende inbreuken althans vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening;
4.De beoordeling
Bevoegdheid
cuddlebug-producten ter verkoop heeft aangeboden, onder meer via haar website en via www.bol.com . De Ridder voert echter een aantal gronden aan op basis waarvan zij meent dat zij daartoe gerechtigd was. De rechtbank zal deze hierna puntsgewijs beoordelen.
cuddlebugs. MB Trading betwist dit.
cuddlebugs.
cuddlebug-producten had, welke voorraad onder de overeenkomst en aldus met toestemming van de merkhouder is aangelegd. De rechten op deze producten zijn volgens De Ridder dus uitgeput en het aanbieden daarvan stond haar dus vrij, aldus De Ridder . Ter onderbouwing van deze stelling verwijst zij naar de door haar overgelegde producties GP09 (een overzicht van de voorraad op 21 maart 2015) en GP10 (een factuur van de producent van 18 januari 2015). MB Trading heeft bij gebrek aan wetenschap echter betwist dat de door De Ridder aangeboden producten afkomstig zijn uit die voorraad en gesteld dat – voor zover de door De Ridder aangeboden producten al uit die voorraad afkomstig zouden zijn – deze producten niet als uitgeput kunnen worden aangemerkt, omdat deze nog niet in het handelsverkeer zijn gebracht en de merkhouder als gevolg daarvan nog niet de gelegenheid heeft gehad de economische waarde van die producten te realiseren.
cuddlebug-producten afkomstig waren uit een voorraad die zij heeft aangelegd ten tijde van het bestaan van de overeenkomst met de merkhouder, betekent dit niet dat de betreffende
cuddlebug-producten met toestemming van de merkhouder in het handelsverkeer zijn gebracht. Blijkens onderdelen (i) en (ii) van de considerans van de overeenkomst werd die voorraad immers mede voor rekening en risico van de merkhouder aangelegd en zou die pas daarna door partijen in de handel gebracht worden. Nu De Ridder die overeenkomst heeft ontbonden, had zij vanaf het moment van ontbinding derhalve toestemming van de merkhouder nodig om de betreffende voorraad in de handel te brengen. Vaststaat dat De Ridder die toestemming niet heeft verkregen. Van uitputting is dan ook geen sprake.
cuddlebugste staken en gestaakt te houden, de verkoop van de
cuddlebug-producten door De Ridder jarenlang heeft gedoogd. Vervolgens heeft MB Trading – aldus nog steeds De Ridder – terzake hetzelfde verwijt in 2020 opnieuw gesommeerd. Door het jarenlange gedogen is bij De Ridder de verwachting gewekt dat MB Trading haar merkrechten niet meer zou gaan handhaven. Dit verweer gaat niet op. Voor een geslaagd beroep op rechtsverwerking is enkel tijdsverloop immers ontoereikend. Het door De Ridder gestelde gedogen aan de zijde van MB Trading heeft enkel betrekking op het tijdsverloop en is naar het oordeel van de rechtbank niet aan te merken als een bijzondere omstandigheid als gevolg waarvan hetzij bij de schuldenaar ( De Ridder ) het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de schuldeiser ( MB Trading ) zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken, hetzij de positie van de schuldenaar onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard in geval de schuldeiser zijn aanspraak alsnog geldend zou maken. De Ridder heeft nog gesteld dat haar positie door het tijdsverloop is geschaad, omdat zij is gestopt met het administratieve systeem dat zij hanteerde voor de
cuddlebug-producten. De Ridder verliest hiermee uit het oog dat op grond van artikel 3:15i BW en artikel 2:10 BW op haar een administratieplicht rust en er voor die zakelijke administratie bovendien een fiscale bewaarplicht van zeven jaren geldt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het niet bijhouden (en bewaren) van een administratie met betrekking tot de handel in
cuddlebug-producten niet aan MB Trading kan worden tegengeworpen. Van rechtsverwerking is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake.
cuddlebug-producten inbreuk maakt of heeft gemaakt op de merkrechten. MB Trading heeft dan ook belang bij een inbreukverbod, zodat het onder b) gevorderde inbreukverbod wordt toegewezen. Daarbij wordt evenwel het verbod, voor zover dat betrekking heeft op inbreuk op de Benelux merken, beperkt tot het grondgebied van de Benelux. Het inbreukverbod zal, zoals ook gevorderd, worden versterkt met een dwangsom, zij het dat deze zal worden beperkt en gemaximeerd.
cuddlebug-producten.
assuranceheeft, die de accountant op grond van zijn beroepsregels alleen kan geven als aan specifieke vereisten is voldaan. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat toewijzing van een daarop gerichte vordering tot executieproblemen kan leiden, aangezien een registeraccountant op grond van zijn beroepsregels niet zonder meer conclusies kan trekken die zekerheid geven over de juistheid en volledigheid van de opgave. [6]
recall(dat wil zeggen: het benaderen van de afnemers van De Ridder met de vraag de geleverde
cuddlebug-producten terug te sturen) en vernietiging zijn als onvoldoende weersproken toewijsbaar voor zover het om de verkoop van inbreukmakende
cuddlebug-producten gaat die aan zakelijke afnemers zijn geleverd. De termijn waarbinnen De Ridder volledig aan deze
recallmoet hebben voldaan, zal worden gesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis. De termijn waarbinnen De Ridder aan de vernietiging moet hebben voldaan zal wat ruimer zijn, omdat tevens – zo begrijpt de rechtbank – vernietiging wordt gevorderd van de producten die met de
recallworden teruggehaald. Om executieproblemen te voorkomen, zal de termijn voor de vernietiging dan ook worden gesteld op 60 dagen na betekening van dit vonnis.
cuddlebug-producten over dit vonnis te informeren. Onderdeel iii) is beperkt toewijsbaar in die zin dat de mededeling enkel kan inhouden dat de rechtbank een inbreukverbod heeft opgelegd. De termijn waarbinnen aan de rectificatie moet zijn voldaan zal, ter voorkoming van executieproblemen, worden gesteld op 30 dagen na betekening van dit vonnis.
cuddlebug-producten genoten nettowinst dan wel schadevergoeding nader op te maken bij staat. De rechtbank begrijpt deze vordering aldus, dat primair schadevergoeding in de vorm van gederfde winst dan wel winstafdracht wordt gevorderd, en subsidiair een schadevergoeding nader op te maken bij staat.
5.De beslissing
cuddlebug-producten, gespecificeerd naar type product en op verkoopdatum;
cuddlebug-producten;
cuddlebug-producten;
cuddlebug-producten;
cuddlebug-producten, promotiemateriaal en andere dragers waarom inbreukmakende
cuddlebug-producten zijn afgebeeld;
cuddlebug-producten bij die zakelijke afnemers terug te roepen uit het handelsverkeer om vervolgens binnen 60 dagen na betekening van dit vonnis deze producten op kosten van De Ridder te vernietigen, met verstrekking van een bewijs van deze vernietiging aan de advocaat van MB Trading ;
cuddlebug-producten een neutraal geformuleerde brief te verzenden, waarin staat dat De Ridder zonder toestemming van de merkhouder inbreukmakende
cuddlebug-producten heeft verkocht en dat de rechtbank in dit vonnis aan De Ridder een verbod heeft opgelegd tot het plegen van merkinbreuk;
cuddlebug-producten, welke schade gelijk is aan de door MB Trading gederfde winst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betreffende inbreuken zoals deze blijken uit de onder 5.3 toegewezen opgave tot de dag van voldoening;