Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het op 12 mei 2022 ontvangen verzoekschrift van [verzoeker] , met producties;
- het op 8 december 2022 ontvangen verweerschrift van Google, met producties.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft een kaakchirurg, aangeduid als [verzoeker], een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een negatieve recensie over zijn medische behandeling te laten verwijderen uit de zoekresultaten van Google. De recensie, geplaatst op Zorgkaart Nederland, beschrijft een ontevreden ervaring van een patiënt en is door [verzoeker] als onjuist bestempeld. De rechtbank heeft op 22 december 2022 uitspraak gedaan in deze rekestprocedure, waarbij [verzoeker] werd vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach en Google door de advocaten mr. D. Verhulst en mr. M.L. van der Velde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] op basis van artikel 17 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) verzoekt om verwijdering van de URL die naar de recensie leidt. De rechtbank oordeelt dat Google als verwerker van persoonsgegevens verantwoordelijk is voor het tonen van de URL in de zoekresultaten, maar dat het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie zwaarder weegt in dit geval. De rechtbank benadrukt dat [verzoeker] de bewijslast heeft om aan te tonen dat de recensie onjuist is, wat hij niet heeft kunnen doen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van [verzoeker] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van Google, die zijn begroot op € 1.239,-. De rechtbank verklaarde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Deze uitspraak benadrukt de afweging tussen het recht op privacy en het recht op informatie, waarbij in dit geval het belang van de informatievoorziening voor het publiek prevaleert.