Uitspraak
herstructureringsdeskundige:
1.De procedure
2.Het akkoord
3.Het homologatieverzoek en de stellingen
4.De afwijzingsverzoeken
5.Het verweerschrift van ADO Den Haag inzake het afwijzingsverzoek van UVS
absolute priority ruleaf te wijken door UVS een vergoeding voor haar aandelen te betalen.
6.De beoordeling
Procedure, rechtsmacht en bevoegdheid
doormr. J.J. Reiziger in zijn hoedanigheid van herstructureringsdeskundige” en de herstructureringsdeskundige heeft ter zitting meegedeeld dat “namens” ook kan worden aangemerkt als “ten behoeve van”.
Akkoord(…) dit ontwerp van onderhands akkoord, aangeboden door de Vennootschap” en onder punt 1.4.1: “
Het Akkoord wordt aangeboden door de Herstructureringsdeskundige op verzoek van de Vennootschap (artikel 371 lid 1 laatste zin Fw)”. Gezien het gebruik van het woord “namens” en de verwijzing in het akkoord naar het bepaalde in artikel 371 lid 1, laatste zin Fw, moet het er voor worden gehouden dat hier sprake is van een akkoord dat door ADO Den Haag (de schuldenaar) aan de herstructureringsdeskundige is overhandigd met het verzoek dit aan de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders voor te leggen. Het gaat dus om een akkoord dat van ADO Den Haag afkomstig is en waarvan door de herstructureringsdeskundige homologatie wordt verzocht.
(…) In geval van ontstentenis of belet van alle Bestuurders of de enige Bestuurder is de Raad van Commissarissen (…) alsdan bevoegd om een of meer tijdelijke Bestuurders aan te wijzen. (…).” Uit de statuten blijkt niet dat er een afgebakende periode is voor deze ‘tijdelijkheid’ van de benoeming. Hierover is door UVS ook niets aangevoerd. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat Reijntjes bevoegd was om de herstructureringsdeskundige te verzoeken het akkoord namens ADO Den Haag aan de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders voor te leggen. Hetgeen namens UVS in de brief van 17 februari 2022 naar voren is gebracht, doet niet af aan de (externe) werking van deze bevoegdheid. De rechtbank merkt op dat hetgeen verder wordt aangevoerd door UVS in de brief van 17 februari 2022 zich afspeelt buiten het onderwerp waarover de herstructureringsdeskundige zich mocht uitlaten.
in the money’ zijn). Ziet een akkoord uitsluitend op schuldeisers die bij een faillissement geen uitkering te verwachten hebben, dan geldt deze laatste eis niet.
in the money’ zijn). De herstructureringsdeskundige komt dan ook op grond van artikel 383 lid 1 Fw de bevoegdheid toe namens ADO Den Haag het homologatieverzoek in te dienen.
in analogie met” artikel 383 lid 8 juncto artikel 381 lid 5 Fw. Gezien de verwijzing naar het bepaalde in artikel 383 lid 8 Fw gaat de rechtbank er vanuit dat LGGA bedoelt een verzoek te doen tot afwijzing van het homologatieverzoek.
7.De beslissing
- verklaart LGGA niet-ontvankelijk in haar verzoek tot afwijzing van de homologatie;
- wijst af het verzoek van UVS tot afwijzing van het homologatieverzoek;
- wijst toe het homologatieverzoek en homologeert het namens N.V. ADO Den Haag aangeboden akkoord.
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.