Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Soedanese nationaliteit hebbende, had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 24 augustus 2022, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de procedure is gebleken dat eiser op 28 september 2022 aan Duitsland is overgedragen. Eiser's voormalige gemachtigde heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser en heeft geen informatie verstrekt over zijn verblijfplaats. De rechtbank concludeert hieruit dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland.
Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. Daarom is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden geraadpleegd via de website van de rechtspraak.