In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, heeft in Nederland asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld na een eerdere afwijzing van zijn asielaanvraag op 27 oktober 2021. Eiser heeft aangevoerd dat hij bedreigd wordt door cultgroepen in Nigeria, maar de rechtbank oordeelt dat zijn asielrelaas niet voldoende zwaarwegend is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de relevante elementen van eisers verhaal geloofwaardig zijn, maar dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria te vrezen heeft voor represailles van de culten. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser een vestigingsalternatief heeft in Nigeria, aangezien cult-gerelateerd geweld voornamelijk in het zuiden van het land voorkomt. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser terecht als ongegrond is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.