ECLI:NL:RBDHA:2020:4894
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht naar Duitsland onder het Dublin-systeem
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft gehandeld.
De rechtbank overweegt dat eiser niet heeft aangetoond dat Duitsland zijn internationale verplichtingen niet zal nakomen. Eiser heeft psychische klachten, maar de rechtbank is van mening dat deze klachten niet voldoende zijn om te concluderen dat hij niet aan Duitsland kan worden overgedragen. De rechtbank wijst erop dat Duitsland middels het claimakkoord heeft gegarandeerd dat de asielaanvraag van eiser inhoudelijk zal worden behandeld.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en bekendgemaakt, en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.