ECLI:NL:RBDHA:2022:1409

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
C/09/593042 / HA ZA 20-493
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een licentieovereenkomst voor softwareontwikkeling en de gevolgen van tekortkomingen in de nakoming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en Uscoutfor Holding B.V. en andere gedaagden. TNO vorderde betaling van licentievergoedingen op basis van een licentieovereenkomst voor de door haar ontwikkelde SSA-software, die bedoeld was voor automatische doelpuntherkenning tijdens voetbalwedstrijden. De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden waaronder Uscoutfor Holding de licentievergoeding verschuldigd was, niet waren vervuld. Dit kwam voort uit het feit dat de technologie niet naar behoren functioneerde en dat de partijen hun oorspronkelijke doel, automatische doelpuntherkenning, hadden losgelaten ten gunste van een andere technologie, de 'virtual director'.

De rechtbank concludeerde dat Uscoutfor Holding geen licentievergoeding aan TNO verschuldigd was, omdat de licentieovereenkomst en de bijbehorende voorwaarden niet waren nagekomen. De vorderingen van TNO werden afgewezen, evenals de vorderingen van Uscoutfor Holding in reconventie tot terugbetaling van eerder betaalde licentievergoedingen. De rechtbank oordeelde dat de betalingen die Uscoutfor Holding had gedaan, niet onverschuldigd waren, omdat deze verband hielden met verdere werkzaamheden van TNO aan de software.

De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen, waarbij TNO werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Uscoutfor Holding in conventie, en vice versa in reconventie. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in contracten en de noodzaak om aan de voorwaarden van overeenkomsten te voldoen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/593042 / HA ZA 20-493
Vonnis van 23 februari 2022
in de zaak van
DE NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR TOEGEPASTNATUURWETENSCHAPPIJK ONDERZOEK TNOte Delft,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. L.F. Kloppenburg te Den Haag,
tegen

1.USCOUTFOR HOLDING B.V.te Maassluis,

2.
MASO HOLDING B.V.te Maassluis,
3.
LOTIJA B.V.te Maasland, gemeente Midden-Delftland,
gedaagden in conventie,
gedaagde onder 1 tevens eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.W. Renzen te Rotterdam.
Partijen zullen hierna enerzijds ‘TNO’ en anderzijds ‘Uscoutfor Holding’, ‘Maso’ en ‘LoTiJa’ genoemd worden. Uscoutfor Holding, Maso en LoTiJa worden gezamenlijk ook aangeduid als ‘gedaagden’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 mei 2020, met producties 1 tot en met 14;
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging producties, met producties 15 tot en met 19;
  • het tussenvonnis van 9 juni 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 30 november 2021 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld correcties van feitelijke aard per brief aan de rechtbank kenbaar te maken. De advocaat van TNO heeft bij brief van 22 december 2021 van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Deze brief maakt deel uit van het procesdossier en het vonnis wordt gewezen met inachtneming van deze brief, voor zover het correcties van feitelijke aard betreft. De advocaat van gedaagden heeft nog bezwaar gemaakt tegen de brief van de advocaat van TNO. Op deze brief is geen acht geslagen, daar partijen niet in de gelegenheid waren gesteld op elkaars brieven te reageren.
1.3.
Ten slotte is de datum voor het wijzen van vonnis nader bepaald op heden.

2.De achtergrond

2.1.
TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie. TNO houdt zich onder meer bezig met het ontwikkelen van technologieën. TNO biedt technologieën die zij heeft ontwikkeld, aan ondernemers aan. Geïnteresseerde ondernemers kunnen de technologie dan verder ontwikkelen, eventueel in samenwerking met TNO, en deze vervolgens exploiteren.
2.2.
TNO heeft algoritmes ontwikkeld die, naar TNO heeft aangenomen, na enige doorontwikkeling en training kunnen worden gebruikt voor het automatisch herkennen van doelpunten op camerabeelden van voetbalwedstrijden. TNO heeft deze technologie ‘Studio Sport Automated’ (‘SSA-’) technologie genoemd. In het jaar 2015 heeft TNO de SSAtechnologie aan ondernemers aangeboden.
2.3.
Uscoutfor Holding drijft een onderneming die zich onder meer richt op internetactiviteiten op het gebied van balsportwedstrijden. Uscoutfor Holding is gelieerd aan de vennootschappen Uscoutfor
SoccerB.V. (hierna: Uscoutfor Soccer) en U
sportfor B.V. (hierna: Usportfor). Uscoutfor Holding (en/of Uscoutfor Soccer) had interesse in het exploiteren van technologie voor automatische herkenning van doelpunten tijdens voetbalwedstrijden.
2.4.
Maso en LoTiJa houden zich onder meer bezig met het doen van investeringen. Maso en LoTiJa zijn minderheidsaandeelhouders in Uscoutfor Holding. Maso en LoTiJa hadden interesse om te investeren in technologie voor automatische doelpuntherkenning bij voetbalwedstrijden.
2.5.
In 2015 zijn TNO en Uscoutfor Soccer in gesprek gegaan over (kort gezegd) nadere ontwikkeling van de SSA-technologie en exploitatie daarvan door Uscoutfor Soccer of een aan haar gelieerde vennootschap. De insteek van TNO was dat zij, na doorontwikkeling van de SSA-technologie en implementatie daarvan, een licentieovereenkomst met Uscoutfor (Holding ofwel Soccer) zou sluiten, en dat Maso en LoTiJa zich borg zouden stellen voor de financiële verplichtingen van Uscoutfor (Holding ofwel Soccer) uit deze licentieovereenkomst.
2.6.
Op 25 januari 2016 heeft TNO een schriftelijke offerte voor het sluiten van een zogenoemde ‘pilotovereenkomst’ aan Uscoutfor Soccer gestuurd. Uscoutfor Soccer heeft de offerte dezelfde dag voor akkoord getekend. Deze overeenkomst noemt de rechtbank hierna
de eerste pilotovereenkomst. De eerste pilotovereenkomst strekte ertoe dat TNO werkzaamheden voor Uscoutfor Soccer zou uitvoeren die bestonden uit het ontwerpen, implementeren en testen van een software module die Studio Sport Automated technologie bevat (hierna: de SSA Software Module), tegen een financiële vergoeding.
2.7.
In maart 2016 heeft TNO het eerste concept van de licentieovereenkomst die zij wilde sluiten, met Uscoutfor (Holding en/of Soccer) gedeeld.
2.8.
Op 22 maart 2016 hebben Maso en LoTiJa een garantstellingsverklaring getekend, waarin zij zich voor een maximaal bedrag van € 450.000 borg hebben gesteld voor de verplichtingen van Uscoutfor Soccer of een aan haar gelieerde vennootschap uit de tussen TNO en deze vennootschap nog te sluiten licentieovereenkomst. Deze wordt hierna ‘
de garantstelling’ genoemd.
2.9.
Eind mei of begin juni 2016 hebben TNO enerzijds en Uscoutfor Soccer ofwel Uscoutfor Holding anderzijds een tweede schriftelijke overeenkomst getekend, met de titel ‘Pilot Studio Sport Automated technologie 2’. De rechtbank noemt deze overeenkomst hierna: ‘
de tweede pilotovereenkomst’. In de tweede pilotovereenkomst is opgenomen dat TNO € 90.000 exclusief btw zal ontvangen voor de daarin neergelegde door TNO te verrichten prestaties. Verder is in deze overeenkomst onder meer het volgende opgenomen:
2. De Aanbieding
2.1
Studio Sport Automated Software module
De werkzaamheden die hierbij worden geoffreerd behelzen het ontwerpen, implementeren en testen van een software module die de Studio Sport Automated technologie bevat. Deze SSA software module kan geïntegreerd worden met het platform van Uscoutfor.
De SSA software module van TNO zal:
  • Detecteren wanneer de voedbalwedstrijd begint
  • Detecteren bij welk team de spelers horen
  • Doelpunten detecteren
(...)
Het product van Uscoutfor zal:
  • De inwinning, opslag en distributie van de beelden verzorgen
  • Een CMS bevatten waarin het systeem te configureren is
  • Een visualisatie tonen / berichten sturen wanneer de TNO module een doelpunt herkent heeft
  • De IT cloud omgeving inrichten en onderhouden
(...)
Bovenstaande ontwikkelingen zullen plaatsvinden in een innovatie traject waarbij tijdens het project gebruik zal worden gemaakt van voortschrijdend inzicht. Het uitgangspunt is echter altijd dat Uscoutfor het eindproduct ontwikkeld en dat TNO de techniek daarachter ontwikkeld. Uscoutfor kan gedurende het gehele traject aangeven waar het TNO team de focus op moet leggen. TNO zal Uscoutfor hierbij uiteraard bij adviseren en proactief meedenken.
2.2
Aanpak
Dit project beslaat ontwikkeltrajecten bij TNO als bij Uscoutfor die sterk van elkaar afhankelijk zijn. Uscoutfor zal tijdens dit project diverse voetbalclubs aansluiten op het Uscoutfor platform voor een pilot zodat er meer beeldmateriaal komt van voetbalwedstrijden. Dat betekent dat Uscoutfor de camera’s en overige hardware aanschaft, aansluit en onderhoud bij de clubs en de opgenomen beelden die hieruit resulteren via het Uscoutfor platform beschikbaar stelt aan TNO voor de ontwikkeling van de SSA Software Module. TNO zal haar uiterste best doen om Uscoutfor te ondersteunen in de hardware keuzes en configuraties van het systeem, maar zelf geen activiteiten uitvoeren op dit vlak. De technologie zal dermate generiek opgezet worden dat het mogelijk is om de technologie in te zetten bij indoor voetbal en 8x8 wedstrijden. De technologische ontwikkelingen in dit traject zijn dermate nieuw en innovatief dat er geen harde garanties op kwaliteit van het eindproduct gegeven kunnen worden. TNO zal volgens inspanningsverplichting haar uiterste best doen om een zo hoog mogelijke performance van de doelpuntherkenner te bereiken. Het streven is om de doelpuntherkenner tot 85% accuraat te krijgen bij het toepassen op videobeelden van wedstrijden tijdens normale condities (geen sneeuw, mist, voldoende belichting, etc.).
2.10.
Op 23 december 2016 hebben TNO en Uscoutfor Holding een overeenkomst in de Engelse taal getekend met aan het hoofd ‘SOFTWARE PATENT AND KNOW HOW LICENSE AGREEMENT’ (hierna:
de licentieovereenkomst’). In de licentieovereenkomst is neergelegd dat TNO aan Uscoutfor een licentie verleend voor gebruik van de SSA Software Module voor een periode van drie jaar, tegen een minimale licentievergoeding van in totaal € 450.000 exclusief btw (€ 75.000 in 2017, € 150.000 in 2018 en € 225.000 in 2019). In de licentieovereenkomst is ook opgenomen dat Uscoutfor Holding aan TNO moet betalen 10% van de kosten in verband met het management van de TNO ‘Patent Rights’.
2.11.
In de licentieovereenkomst is de afkorting “SOP” gedefinieerd als “
the date when LICENSEE directly or through a third party, manufactures or otherwise makes available to the market the first of any Licensed Products. The SOP shall not be later than August, 2017. LICENSEE shall notify TNO of these events.
2.12.
Artikel 10.2 van de licentieovereenkomst luidt als volgt:
Termination for breach.
Either Party may terminate this Agreement at any time if the other Party fails to perform any material covenant, condition, or limitation herein (...) provided such other Party shall not have remedied (or taken reasonable steps to remedy) its failure within thirty (30) days after receipt of written notice of such failure.
2.13.
Bij de licentieovereenkomst zijn een aantal bijlagen (Exhibits) gevoegd, waaronder een “
EXHIBIT F– Evaluation and Certificate of Acceptance”. In deze exhibit F staat onder meer het volgende:
Introduction
Under this Agreement, TNO provides certain operational software. In order to make sure that the software provided by TNO matches the agreement and LICENSEE’s expectations, an Acceptance Test shall be conducted by LICENSEE in the presence of one or more qualified TNO representatives.
responsible for the implementation of the TNO IP Rights and TNO exemplary code (if any) into fully operational software. However, as yet is not sufficiently clear to LICENSEE whether their anticipated implementation is able to match the requirements of their anticipated business plan. In order to accommodate this uncertainty, a condition precedent was included in this agreement. To this effect, two tests must be surpassed. If so, a Certificate of Acceptance will be issued by LICENSEE.
1.
Evaluation of the implementation of the TNO technology
Before the SOP, but ultimately on March 31, 2017 (the ‘Test Period”) LICENSEE shall test the TNO Software against the Specifications listed hereunder. All testing shall take place in the presence of TNO. TNO shall provide reasonable technical assistance during the Test Period. Licensee shall notify TNO during the Test Period of any instances in which the software-implementation does not perform in accordance with the Specifications. If TNO receives any such notification from Licensee pursuant to this Section, TNO shall havethe optionfor a period ofthirty (30) daysfrom the end of the Test Period (“Cure Period”) to show that the Specifications can be met by using the equipment and testvectors as specified, but with alternative implementations. In such case, LICENSEE shall forthwith acknowledge in writing to TNO that the Specifications were met.
If the implementation by LICENSEE when tested in accordance with this Section does not perform in accordance with the Specifications, and such failure continues beyond the end of the Cure Period, both TNO and Licensee shall be entitled to terminate this Agreement following the procedure specified by Article 10.2. However, in case Licensee and TNO decide not to terminate the agreement, the Parties shall in good faith discuss a plan leading to improvement of the technology.
TESTPLAN and Specifications for testing of the implementation of the TNO technology
A separate Testplan shall be agreed between the Parties, covering both functionality and performance of the TNO Software, as well as the relevant criteria to be met.
Starting points for Testplan:
The TNO Software shall be tested using the 9 annotated soccer games, known between the Parties as the Maassluis recordings. As lighting and weather conditions for these recordings vary greatly, a selection will be made out of these annotated soccer games, and a test performed, b employing the following procedure:
Selecting games that were recorded correctly and do not contain any disturbing factors like, fog, bad lighting, lens flare etc.
The recognition of scored points shall be performed in an offline test
Check with annotations to be performed
Assessment of percentage of false positives and negatives
Establish the runtime performance in an offline test.
Certificate of Acceptation
In case the preconditions as set out in the final Testplan were met in a timely manner, LICENSEE is obliged to sign a formal Certificate of Acceptance of a model to be provided by TNO, indicating that all conditions regarding the TNO Software are fulfilled.
Commercial use before issuance of Certificate of Acceptance
Any form of use in commerce, whatever the nature of format, by LICENSEE shall qualify as an irrevocable act of acceptance and shall have the same effect as a signed Certificate of Acceptance, with the sole exception of pilot-projects and on-site testing agreed in writing by TNO. (…)
2.14.
TNO heeft de SSA-software getest op eerder opgenomen videobeelden van een voetbalwedstrijd.
2.15.
Op 20 april 2017 heeft TNO een rapport aan Uscoutfor Holding gestuurd met als titel ‘Completion of SSA Software Module V1.0’. Aan het einde van dit rapport is opgenomen:
‘After successful completion of the Acceptance Test Uscout shall sign an Acceptance Certificate to be provided by TNO in the way as set out in the License Agreement.’
2.16.
TNO en Uscoutfor hebben geruime tijd geprobeerd om samen te komen tot een werkend systeem voor automatische doelpuntherkenning tijdens voetbalwedstrijden, door het combineren van de SSA-software met door Uscoutfor Holding geplaatste camera’s langs voetbalvelden. TNO heeft in die periode de software doorontwikkeld tot in ieder geval versie 2.0.
2.17.
Vanaf een zeker moment (vanaf versie 2.0) hebben TNO en Uscoutfor hun samenwerking en de toepassing van de SSA-software gericht op het automatisch volgen van voetbalwedstrijden en het automatisch selecteren van de aan het publiek te tonen camerabeelden. Partijen noemen deze technologie ‘de virtual director’. Partijen hebben het doel van automatische doelpuntherkenning toen losgelaten.
2.18.
TNO heeft € 50.000 exclusief btw aan Uscoutfor Holding gefactureerd voor de licentievergoeding over het jaar 2017. Uscoutfor heeft deze factuur voldaan, inclusief 21% btw, komend op in totaal € 60.500.
2.19.
Uscoutfor Holding heeft vervolgens in 2018 nog eens € 21.435,95 exclusief btw (€ 25.937,50 inclusief btw) aan TNO betaald onder de noemer van licentievergoeding.
2.20.
Uscoutfor Holding maakt geen gebruik van de software voor virtual director. Usportfor maakt daar wel enig gebruik van. Usportfor is voor het gebruik van deze software een overeenkomst aangegaan met Studio Automated B.V., een spin off van TNO.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
TNO vordert – samengevat en naast nevenvorderingen – dat de rechtbank:
  • I) gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan TNO van een bedrag van € 450.000;
  • II) Uscoutfor daarnaast veroordeelt tot betaling aan TNO van € 8.436,03;
  • III) Uscoutfor beveelt tot verstrekking aan TNO van
(a) verklaringen van de verkopen en de daaruit voortvloeiende royaltyverplichtingen over de jaren 2017, 2018 en 2019, met onderliggende berekeningen;
(b) een rapport met daarin alle uitstaande verkopen en royalties in verband met de gelicenceerde producten die nog niet aan TNO zijn gerapporteerd,
telkens op straffe van een dwangsom;
met hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
3.2.
TNO legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Uscoutfor Holding moet haar verplichtingen uit de licentieovereenkomst alsnog volledig nakomen. Maso en LoTiJa hebben zich borg gesteld voor de voldoening van de licentievergoedingen tot een bedrag van € 450.000. Maso en LoTiJa zijn daartoe hoofdelijk verbonden. De voorwaarden waaronder TNO deze borgstelling kan inroepen, zijn vervuld.
3.3.
Gedaagden concluderen tot afwijzing van het gevorderde.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Uscoutfor Holding vordert – samengevat – dat de rechtbank de licentieovereenkomst ontbindt en TNO veroordeelt tot (terug)betaling aan haar van € 86.437,50, te vermeerderen met rente, met veroordeling van TNO in de proceskosten, waaronder nakosten.
3.6.
Uscoutfor Holding stelt hiertoe het volgende. TNO is tekortgeschoten in de nakoming van de licentieovereenkomst omdat zij geen werkende technologie voor doelpuntherkenning heeft geleverd, en is inmiddels in verzuim geraakt. Daarom is Uscoutfor Holding op grond van artikel 6:265 jo 267 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bevoegd om te vorderen dat de rechtbank de licentieovereenkomst ontbindt. Als gevolg van deze ontbinding moet TNO, op grond van artikel 6:271 BW de bedragen voor licentievergoeding die Uscoutfor Holding al heeft betaald, terugbetalen. Uscoutfor Holding heeft in totaal € 86.437,50 aan licentievergoedingen aan TNO betaald.
3.7.
TNO concludeert tot afwijzing van het gevorderde.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De rechtbank zal de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk behandelen. Zij zal beide vorderingen afwijzen. Zij licht dit als volgt toe.
4.2.
De rechtbank stelt het volgende voorop. Toen de licentieovereenkomst werd gesloten, bestond bij Uscoutfor Holding onzekerheid over de vraag of een voldoende werkend systeem voor automatische doelpuntherkenning tot stand kon worden gebracht dat paste in het ondernemingsplan van Uscoutfor Holding. Dit blijkt uit Exhibit F bij de licentieovereenkomst en is tussen partijen ook niet in geschil. Met het oog op deze onzekerheid zijn TNO en Uscoutfor Holding de regeling overeengekomen zoals neergelegd in Exhibit F bij de licentieovereenkomst (hierna: Exhibit F).
4.3.
In Exhibit F, in dit vonnis geciteerd onder 2.13, is samengevat de volgende regeling neergelegd:
Het systeem voor doelpuntherkenning zal worden onderworpen aan twee testen, namelijk (i) een test door TNO op eerder gemaakte videobeelden en (ii) een ‘acceptatietest’ door Uscoutfor Holding van de geïmplementeerde software tijdens een live voetbalwedstrijd.
Als het systeem voor doelpuntherkenning bij beide testen op de vereiste wijze functioneert, tekent Uscoutfor Holding een ‘certificate of acceptance’.
Als het systeem voor doelpuntherkenning bij een van de testen onvoldoende functioneert, krijgt TNO gedurende een periode van 30 dagen (‘de herstelperiode’) de kans om aan te tonen dat het systeem alsnog op de vereiste wijze kan functioneren. Als TNO daarin slaagt, tekent Uscoutfor Holding alsnog een ‘certificate of acceptance’.
Als TNO er niet in slaagt om het systeem voor doelpuntherkenning binnen de herstelperiode op de vereiste wijze te laten functioneren, zijn beiden partijen gerechtigd de licentieovereenkomst te beëindigen op de in artikel 10.2 van de licentieovereenkomst beschreven wijze.
Als partijen, ondanks gerechtigdheid daartoe, besluiten om de licentieovereenkomst niet te beëindigen, onderhandelen zij over een plan om alsnog tot een werkend systeem voor doelpuntherkenning te komen.
Door het tekenen van de ‘certificate of acceptance’ door Uscoutfor Holding aan TNO, geldt de voorwaarde waaronder Uscoutfor Holding de licentieovereenkomst heeft gesloten, als vervuld.
Elke vorm van commercieel gebruik door Uscoutfor Holding heeft hetzelfde gevolg als het door Uscoutfor Holding afgeven van een ‘certificate of acceptance’.
4.4.
De rechtbank volgt TNO in het standpunt dat partijen, door deze regeling af te spreken, in de licentieovereenkomst (impliciet) contractueel zijn afgeweken van de wettelijke regeling voor de ontbinding van overeenkomsten zoals opgenomen in artikel 6:265 BW. De regeling in Exhibit F zou immers geen functie hebben als Uscoutfor Holding daarnaast gerechtigd was tot ontbinding op grond van artikel 6:265 BW wegens onvoldoende functioneren van de technologie voor automatische doelpuntherkenning. Uscoutfor Holding was daarom uitsluitend bevoegd tot ontbinding van de licentieovereenkomst wegens onvoldoende functioneren van de technologie voor doelpuntherkenning, op de voorwaarden en de manier zoals beschreven in Exhibit F, in samenhang met artikel 10.2 van de licentieovereenkomst. Gesteld noch gebleken is dat aan die voorwaarden is voldaan. Reeds daarom faalt het beroep van Uscoutfor Holding op ontbinding van de licentieovereenkomst.
4.5.
Dit betekent echter niet dat TNO recht heeft op de in de licentieovereenkomst opgenomen licentievergoedingen.
Vast staat dat minstens één van de in Exhibit F afgesproken testen niet of niet succesvol is gedaan. Partijen zijn het er namelijk over eens dat bij de testen door Uscoutfor Holding tijdens live voetbalwedstrijden, het systeem er niet in slaagde voldoende doelpunten te herkennen, wat de oorzaak daarvan ook moge zijn. Partijen hebben het stappenplan zoals neergelegd in Exhibit F vervolgens niet gevolgd. Immers, er is géén officiële herstelperiode van 30 dagen gestart waarbinnen TNO heeft geprobeerd het systeem alsnog voldoende werkend te krijgen, Uscoutfor Holding heeft géén certificate of acceptance afgegeven en TNO heeft dat ook niet geëist. De licentieovereenkomst is ook niet op de in Exhibit F voorgeschreven wijze ontbonden ofwel beëindigd en er is evenmin overlegd over een plan om alsnog te komen tot een voldoende werkend systeem voor doelpuntherkenning.
In plaats daarvan hebben beide partijen eerst een geruime periode geprobeerd het functioneren van de automatische doelpuntherkenning te verbeteren, en vervolgens hebben zij het oorspronkelijke doel (automatische doelpuntherkenning) losgelaten en zijn zij zich samen gaan richten op het geschikt maken van de ontwikkelde technologie voor een ander doel, namelijk de ‘virtual director’.
4.6.
Deze andere technologie kan niet worden gelijkgesteld aan technologie voor automatische doelpuntherkenning en Uscoutfor Holding gebruikt deze technologie bovendien niet.
Uscoutfor Holding heeft onderbouwd gesteld dat, uitgaande van haar ondernemingsplan, de potentiële inkomsten uit de virtual director in geen enkele verhouding staan tot de potentiële inkomsten uit werkende technologie voor automatische doelpuntherkenning. Het ondernemingsplan van Uscoutfor Holding was dat zij tegen betaling de camerasystemen voor automatische doelpuntherkenning aan de clubs zou leveren. TNO was daarmee ook bekend en de licentievergoeding in de licentieovereenkomst is daarop ook afgestemd. Uscoutfor Holding heeft uitgebreid onderbouwd dat voetbalclubs juist met het oog op automatische doelpuntherkenning interesse hadden om de camerasystemen bij Uscoutfor Holding af te nemen, en niet vanwege een virtual director. TNO heeft daar onvoldoende tegenin gebracht, zodat de rechtbank dit betoog van Uscoutfor Holding voor juist houdt. Verder heeft Uscoutfor Holding de stelling van TNO dat zij commercieel gebruik zou maken van de virtual director gemotiveerd weersproken. Volgens Uscoutfor maakt uitsluitend Usportfor van deze technologie gebruik, tegen betaling van een licentievergoeding aan een spinoff van TNO. TNO heeft daarop onvoldoende onderbouwd dat ook Uscoutfor Holding commercieel gebruik heeft gemaakt van de ontwikkelde technologie of daar nu gebruik van maakt, zodat de rechtbank die stelling passeert.
4.7.
Onder deze omstandigheden moet de licentieovereenkomst, waaronder Exhibit F, naar het oordeel van de rechtbank zo worden uitgelegd dat de voorwaarde waaronder deze is gesloten, niet is vervuld, waardoor Uscoutfor Holding geen licentievergoeding verschuldigd is geworden. Op basis van de licentieovereenkomst en Exhibit F heeft TNO slechts mogen verwachten dat zij aanspraak had op de licentievergoeding, voor zover voldoende werkende technologie voor doelpuntherkenning tijdens live voetbalwedstrijden tot stand werd gebracht, of minstens andere technologie met vergelijkbare exploitatiemogelijkheden voor Uscoutfor Holding. Zodanige technologie is niet tot stand gebracht. De vorderingen in conventie tegen Uscoutfor Holding wordt daarom afgewezen. Reeds omdat Uscoutfor Holding geen licentievergoeding aan TNO is verschuldigd, hoeven Maso en LoTiJa daar geen borg voor te staan. Ook de vordering in conventie tegen deze gedaagden wordt daarom afgewezen.
In het verlengde hiervan worden ook de overige vordering van TNO tegen Uscoutfor Holding inzake het doen van opgaven, afgewezen.
4.8.
Uscoutfor Holding heeft in reconventie mede terugbetaling gevorderd van de bedragen die zij reeds aan TNO heeft betaald onder de noemer van licentievergoeding. De rechtbank overweegt dat, nadat partijen het stappenplan van Exhibit F hadden losgelaten, TNO nog ruime tijd heeft getracht om te komen tot een werkend systeem voor doelpuntherkenning. Uscoutfor Holding heeft erkend dat TNO op zeker moment heeft gezegd dat zij hier slechts verder aan zou werken voor zover Uscoutfor Holding de gefactureerde bedragen voor ‘licentievergoeding’ voldeed. De rechtbank oordeelt daarom dat de bedragen die Uscoutfor Holding hiervoor heeft betaald, in feite betalingen waren voor de verdere werkzaamheden op dit vlak aan TNO. Daarom zijn deze betalingen naar het oordeel van de rechtbank niet onverschuldigd voldaan. Ook de vordering in reconventie wordt daarom geheel afgewezen. Of Uscoutfor Holding met de door haar betaalde bedragen te veel of te weinig heeft betaald voor de door TNO verrichte inspanningen, ligt in deze procedure niet ter beoordeling voor. Hierover kan de rechtbank zich dan ook niet uitspreken.
Proceskosten in conventie
4.9.
TNO zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op
- griffierecht € 4.131
- salaris advocaat
€ 6.428(2 punt × tarief VI à € 3.214)
totaal € 10.559.
De over de proceskosten gevorderde rente zal worden toegewezen op de wijze zoals in het dictum vermeld.
Proceskosten in reconventie
4.10.
Uscoutfor Holding zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van TNO tot op heden begroot op (1 punt x liquidatietarief VI à € 3.214 is) € 3.214 aan salaris advocaat. De over de proceskosten gevorderde rente wordt toegewezen op de wijze zoals in het dictum vermeld.
Nakosten in conventie en in reconventie
Voor afzonderlijke veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237). De rechtbank zal, zoals TNO en Uscoutfor Holding beide hebben gevorderd, de nakosten in conventie en in reconventie begroten in overeenstemming met het daarop toepasselijke liquidatietarief.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
5.1.
wijst het gevorderde af
5.2.
veroordeelt TNO in de proceskosten, aan de zijde van Uscoutfor Holding begroot op € 10.559 aan tot op heden gemaakte kosten en op € 163 aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 85 in geval van betekening, vermeerderd met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 5.2 uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
wijst het gevorderde af;
5.5.
veroordeelt Uscoutfor Holding in de proceskosten, aan de zijde van TNO begroot op € 3.214 aan tot op heden gemaakte kosten en op € 163 aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 85 in geval van betekening, vermeerderd met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling;
5.6.
verklaart deze proceskostenveroordeling onder 5.5 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1769