Uitspraak
Rechtbank den haag
1.STICHTING MIJZOte Waalwijk,
1.VGZ ZORGKANTOOR B.V.te Arnhem,
1.De procedure
2.De feiten
4.23 De voorzieningenrechter acht het begrijpelijk dat de ggz-aanbieders, op basis van de tekst van de clausule in de inkoopdocumenten, de reikwijdte van de clausule beperkt hebben uitgelegd, waardoor zij vreesden daarvan zelden gebruik te kunnen maken. Meer in het bijzonder de bewoordingen ‘onvoorzien’, naast ‘onredelijk benadelend’, en ‘in uitzonderlijke gevallen’, lijkt er volgens hen op te wijzen dat sprake moet zijn van een zeer uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheid, waarbij het tarief onredelijk benadelend uitpakt. Ter zitting is echter door de zorgkantoren toegelicht dat de mogelijkheid om van deze clausule gebruik te maken beperkter is opgevat dan werd beoogd. De zorgkantoren hebben ter zitting benadrukt dat deze mogelijkheid er is voor die gevallen waarin ggz-aanbieders kunnen aantonen dat zij op dit moment op doelmatige wijze zorg leveren, maar het voor hen geldende tariefpercentage desondanks voor hun organisatie niet kostendekkend is, zoals ook in de clausule is vermeld. De zorgkantoren hebben uitgelegd dat er in de basis sprake moet zijn van een onredelijk benadelend gevolg en dat het woord ‘onvoorzien’, dat daarnaast wordt gebruikt, moet worden begrepen als onvoorzien in het gehanteerde systeem, oftewel onvoorzien ten opzichte van de uitkomst van de eerste twee stappen (van het landelijke richttariefpercentage en de regionale aanpassingen). De enkele omstandigheid dat in de clausule staat vermeld dat hierop in uitzonderlijke gevallen een beroep kan worden gedaan, maakt nog niet dat hieraan op voorhand al weinig waarde kan worden toegekend. Hoeveel gevallen uiteindelijk als zodanig kwalificeren zal moeten blijken, aldus de zorgkantoren.
Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule. Hierbij is het van belang dat u kunt aantonen dat u op dit moment op een doelmatige manier de zorg levert en uw financiële positie er toe leidt dat het voor u geldende tariefpercentage voor uw organisatie niet kostendekkend is. Dit dient u kenbaar te maken door het aanleveren van de laatste twee jaarrekeningen, de begroting van 2021 en 2022, de aangepaste prognose 2021 en de liquiditeitsprognoses van de komende vier kwartalen, gericht op de Wlz-exploitatie. Afhankelijk van de situatie kunnen we aanvullende documenten opvragen. (...)”
Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een gevolg dat voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend is? Dus treden er door de tariefsystematiek effecten op die onverwacht en nadelig zijn voor uw organisatie? Dan kunt u als individuele aanbieder in uitzonderlijke gevallen een beroep doen op de hardheidsclausule. Hierbij is het van belang dat u kunt aantonen dat u op dit moment op een doelmatige manier de zorg levert en het voor u geldende tariefpercentage voor uw organisatie niet kostendekkend is.
Door deelname aan de inkoopprocedure verklaren zorgaanbieders zich onvoorwaardelijk akkoord met de in dit inkoopbeleid – waaronder de Nota van Inlichtingen – beschreven inkoopprocedure. Daarnaast verklaren zorgaanbieders zich akkoord met het verval van de mogelijkheid om buiten de termijn van 20 kalenderdagen na de publicatie van de Nota van Inlichtingen bezwaar te maken en een kort geding aanhangig te maken op de hiervoor beschreven wijze.”
Een hardheidsclausule: dat is een laatste middel dat u als zorgaanbieder in kunt zetten als bovenstaande stappen leiden tot acute financiële problemen.
U heeft gelijk dat een goede financiële positie niet maakt dat het geldende tariefpercentage niet kostendekkend is. Bij de beoordeling kijken we wel naar de financiële reserves. Hierbij bekijken we of er voldoende financiële middelen zijn om het tekort (deels) op te vangen.
Indien wij (...) uitgaan van een geïndexeerde opgave in de aanvraag, stellen wij vast dat de exploitatie in 2023 tot een verwacht verlies leidt van € 2.239.239,-. In dat geval zal moeten worden bezien of het verlies kan worden gecompenseerd door inzet van eigen vermogen.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
of er voldoende financiële middelen zijn om het begrote tekort (deels) op te vangen.Van een zorgaanbieder wordt ook niet voor niets gevraagd bij een beroep op de hardheidsclausule onder meer de laatste twee jaarrekeningen en een liquiditeitsprognose over te leggen. Het verwijt dat VGZ en CZ op dit punt onvoldoende transparant zijn geweest, acht de voorzieningenrechter dan ook niet terecht.