ECLI:NL:RBDHA:2022:13800

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 augustus 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
NL22.15687
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die de Turkse nationaliteit heeft, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het bestreden besluit, genomen op 8 augustus 2022, wees deze aanvraag af als ongegrond. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar was niet aanwezig op de zitting. De gemachtigde van de Staatssecretaris was wel aanwezig.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat eiser met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken uit Nederland, zoals ook bevestigd door de gemachtigde van eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen contact meer is met eiser en dat hij kennelijk niet langer prijs stelt op de internationale bescherming die hij aanvankelijk zocht. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.

De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter mr. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. E.N.H.J. Schenk. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.15687
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 30 augustus 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. L. Denishin).

ProcesverloopBij besluit van 8 augustus 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 30 augustus 2022 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak op zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser heeft de Turkse nationaliteit. Hij heeft asiel aangevraagd in Nederland. Bij bericht van 26 augustus 2022 heeft eisers gemachtigde laten weten dat eiser met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken. Zij heeft niets meer van eiser vernomen waardoor het contact met hem is verbroken. Verweerder heeft op zitting aangegeven dat uit zijn systeem ook blijkt dat eiser MOB is vertrokken.
2. Gelet op vaste jurisprudentie van de hoogste bestuursrechter [1] en het bericht van eisers gemachtigde, neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland. Eiser heeft dan ook geen belang meer bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan op 30 augustus 2022 door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. E.N.H.J. Schenk, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 september 2019 ( ECLI:NL:RVS:2019:579).