ECLI:NL:RBDHA:2022:13723
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beoordeling van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 december 2022 een verzoek tot tussentijdse beoordeling van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders behandeld. De maatregel was eerder opgelegd op 12 oktober 2021. De veroordeelde, geboren in 1976 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn, heeft verzocht om beëindiging van de maatregel, stellende dat deze onterecht was opgelegd. De raadsman betoogde dat de vereisten voor kwalificatie als 'zeer actieve veelpleger' niet waren voldaan, aangezien er in de vijf jaren voorafgaand aan het delict slechts negen processen-verbaal tegen de veroordeelde waren opgemaakt, terwijl de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers meer dan tien vereist.
De officier van justitie heeft primair geconcludeerd tot voortzetting van de maatregel, maar de rechtbank oordeelde dat zij het juiste forum was om het verzoek van de raadsman te beoordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ISD-maatregel niet aan de vereisten van de Richtlijn voldeed, aangezien de veroordeelde niet als zeer actieve veelpleger kon worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voortzetting van de maatregel niet toelaatbaar was en heeft deze beëindigd.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 december 2022, waarbij de rechtbank de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders heeft beëindigd. De rechtbank heeft daarbij de relevante stukken, waaronder het vonnis van 12 oktober 2021 en de rapportage van de penitentiaire inrichting, in overweging genomen.