Uitspraak
(hierna: ISD-maatregel).
Overwegingen:
Beslissing
[veroordeelde]. Aldus gedaan door
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 28 april 2021, die de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel had beëindigd. De ISD-maatregel was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Amsterdam op 1 juli 2020 en werd onherroepelijk op 16 juli 2020. Het hof oordeelde dat de rechtbank in strijd met de wet had gehandeld door de ISD-maatregel op te leggen, omdat niet voldaan was aan de formele opleggingscriteria van artikel 38, eerste lid, onder 2 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank om de ISD-maatregel te beëindigen, met verbetering van gronden. Het hof benadrukte dat het bij een tussentijdse beoordeling niet toelaatbaar is om te beslissen tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van een maatregel die evident onterecht is opgelegd. De advocaat-generaal had verzocht om voortzetting van de ISD-maatregel, maar het hof oordeelde dat de ISD-maatregel met onmiddellijke ingang beëindigd diende te worden. De zaak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij de oplegging van strafmaatregelen en de rechten van de veroordeelde in het proces.