In deze zaak, bekend als de Chavez-zaak, heeft de rechtbank Den Haag op 25 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vreemdeling, eiser, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder. Eiser, geboren op 15 oktober 1983 en van Egyptische nationaliteit, is de vader van een achtjarige dochter met de Nederlandse nationaliteit. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser geen zorg- en opvoedingstaken verricht voor zijn dochter. De moeder van de dochter werkt fulltime en kan tijdens haar werk niet voor de dochter zorgen. Eiser heeft in de periode van oktober 2020 tot september 2021 financieel bijgedragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van zijn dochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, ondanks het ontbreken van objectief bewijs, voldoende zorg- en opvoedingstaken verricht, en dat de verklaring van de moeder geloofwaardig is. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken opnieuw op de bezwaren van eiser te beslissen. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.