ECLI:NL:RBDHA:2022:1371

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
C/09/21/45 en C/09/21/46
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een schone lei in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling na gedupeerd te zijn in de Kinderopvangtoeslag-affaire

In deze zaak hebben [schuldenaar] en [schuldenares] een verzoek ingediend om hun wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) te beëindigen met een schone lei. [schuldenares] is door de Belastingdienst aangemerkt als gedupeerde in de Kinderopvangtoeslag-affaire. De rechtbank heeft op 21 februari 2022 geoordeeld dat beide partijen aan de verplichtingen van de WSNP hebben voldaan en dat er geen (toerekenbare) tekortkomingen zijn geweest. De rechtbank heeft de looptijd van de WSNP verkort van 18 maart 2021 tot 19 januari 2022, en heeft de schone lei verleend, waardoor schuldeisers hun vorderingen niet meer op hen kunnen verhalen. De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.916,07 en het vastrecht op € 1.314,-. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummers: C/09/21/45 R en C/09/21/46 R
vonnis van 21 februari 2022
in de zaken van:
[schuldenaar]
geboren op [geboortedatum]-1975 te [geboorteplaats 1],
en
[schuldenares]
geboren op [geboortedatum]-1978 te [geboorteplaats 2] (Suriname),
beiden wonende te [adres, postcode en woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
[schuldenaar] en [schuldenares] zitten in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). [schuldenares] is door de Belastingdienst aangemerkt als gedupeerde in de Kinderopvangtoeslag-affaire (KOT-affaire). [schuldenaar] en [schuldenares] hebben door middel van een keuzeformulier van de rechtbank gekozen om hun WSNP met de zogenoemde “schone lei” te laten beëindigen in plaats van deze tussentijds te beëindigen. De rechtbank beoordeelt nu of [schuldenaar] en [schuldenares] aan de verplichtingen hebben voldaan die horen bij de WSNP. In dat geval wordt aan [schuldenaar] en [schuldenares] de schone lei verleend. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt, niet meer op [schuldenaar] en [schuldenares] kunnen verhalen.
De rechtbank zal aan [schuldenaar] en [schuldenares] de schone lei verlenen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.Verloop van de procedure

1.1.
[schuldenaar] en [schuldenares] zijn op 18 maart 2021 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is mr. H.J. van Harten tot rechter-commissaris en mr. P.A. Loeff (Advocatenkantoor Loeff) te Zwijndrecht tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De Belastingdienst heeft [schuldenares] bij brief van 7 mei 2021 aangemerkt als gedupeerde in de KOT-affaire. In deze brief verklaart de Belastingdienst dat zij alle schulden in de boedel van het WSNP-traject zal betalen. Daarnaast geeft de Belastingdienst aan dat [schuldenares] de zogenoemde ‘Catshuisregeling’ van minimaal € 30.000,- zal ontvangen.
1.3.
Op 2 augustus 2021 heeft buiten aanwezigheid van [schuldenaar] en [schuldenares] , de bewindvoerder en schuldeisers een verificatievergadering plaatsgevonden.
1.4.
[schuldenaar] en [schuldenares] hebben op 2 november 2021 door middel van een keuzeformulier van de rechtbank gekozen om hun WSNP met de schone lei te laten beëindigen in plaats van deze tussentijds te beëindigen op grond van artikel 350, lid 1 sub a of b van de Faillissementswet (Fw).
1.5.
De bewindvoerder heeft de rechtbank op 19 januari 2022 bericht dat de Belastingdienst een bedrag heeft gestort op de boedelrekening ter voldoening van alle geverifieerde schulden, inclusief de vergoeding van de bewindvoerder en het vastrecht.
1.6.
De eindzitting heeft op 21 februari 2022 buiten aanwezigheid van [schuldenaar] en [schuldenares] en de bewindvoerder plaatsgevonden.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank zal de regelingen van [schuldenaar] en [schuldenares] verkorten en hen tegelijkertijd de schone lei toekennen. De rechtbank licht dit hierna toe.
2.2.
Een WSNP duurt in beginsel drie jaar (artikel 349a Fw). Deze termijn is op dit moment nog niet verstreken. Deze verstrijkt namelijk pas op 18 maart 2024. [schuldenares] is echter door de Belastingdienst aangemerkt als gedupeerde in de KOT-affaire. Zij is (naar oud recht) in algehele gemeenschap van goederen getrouwd met [schuldenaar]. Hun schuldenlast is dus identiek. De Belastingdienst heeft vervolgens de geverifieerde schuldenlast overgemaakt naar de boedelrekening. De bewindvoerder zal daarna alle geverifieerde schuldeisers uitbetalen. De WSNP kan daarom worden beëindigd.
2.3.
De rechtbank zal daarom eerst de looptijd van de regelingen verkorten op grond van artikel 349a lid 3 Fw. De bewindvoerder heeft op 19 januari 2022 de rechtbank bericht dat de Belastingdienst een bedrag heeft gestort op de boedelrekening ter voldoening van alle geverifieerde schulden, inclusief de vergoeding van de bewindvoerder en het vastrecht. De rechtbank verkort de looptijd van de regelingen daarom tot diezelfde datum.
2.4.
[schuldenaar] en [schuldenares] hebben gekozen om hun regelingen te laten beëindigen met de schone lei. Om te kunnen beoordelen of aan [schuldenaar] en [schuldenares] de schone lei wordt verleend, beoordeelt de rechtbank of zij gedurende de looptijd van de WSNP (toerekenbaar) tekort zijn geschoten in de nakoming van de WSNP-verplichtingen, met andere woorden: of zij deze verplichtingen tijdens de looptijd van de regeling voldoende zijn nagekomen. De WSNP-verplichtingen zijn in de kern: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting).
2.5.
De rechtbank stelt vast dat [schuldenaar] en [schuldenares] niet (toerekenbaar) tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen. Dat betekent dat de regelingen worden beëindigd met de schone lei. Er zijn geen redenen gebleken om tot een ander oordeel te komen.
2.6.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijzigt de looptijd van de WSNP van [schuldenaar] en [schuldenares] , zodat deze van 18 maart 2021 tot 19 januari 2022 liep;
- stelt vast dat [schuldenaar] en [schuldenares] niet (toerekenbaar) in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen zijn tekortgeschoten;
- verstaat dat de verplichtingen van [schuldenaar] en [schuldenares] zijn geëindigd op 19 januari 2022, maar dat de schuldsaneringsregelingen eindigen op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 4.916,07 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover de boedel toereikend is;
- stelt het vastrecht vast op € 1.314,-, voor zover de boedel toereikend is.
Dit is een beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2022.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.