ECLI:NL:RBDHA:2022:13709
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van afhankelijkheid van echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Nigeriaanse vrouw, heeft in het verleden meerdere asielaanvragen ingediend, waarvan de eerste op 21 augustus 2018. Deze aanvraag werd op 18 januari 2019 afgewezen. Eiseres diende op 15 februari 2022 een tweede aanvraag in, die op 24 februari 2022 buiten behandeling werd gesteld. De huidige, derde asielaanvraag werd op 15 maart 2022 ingediend, maar ook deze aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld. De reden hiervoor is dat de aanvraag van eiseres volledig afhankelijk is van de asielaanvraag van haar echtgenoot, die niet compleet is.
De rechtbank heeft op 16 november 2022 de zaak behandeld, waarbij partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat de aanvraag van eiseres niet op zichzelf staat, maar afhankelijk is van de aanvraag van haar echtgenoot. Aangezien de rechtbank in een andere zaak, die van de echtgenoot, heeft geoordeeld dat zijn aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld, concludeert de rechtbank dat dit ook voor de aanvraag van eiseres geldt.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.