ECLI:NL:RBDHA:2022:13699
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieverklaring voor huisvesting op basis van medische en sociale omstandigheden
In deze zaak heeft eiser, een gescheiden man met minderjarige kinderen, een verzoek ingediend voor een urgentieverklaring voor huisvesting bij de gemeente Den Haag. Eiser heeft longklachten en psychische problemen, en stelt dat zijn huidige woonomstandigheden hem belemmeren in het ontvangen van zijn kinderen. De gemeente heeft het verzoek afgewezen, omdat eiser niet voldoet aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, en er volgens hen geen sprake is van een urgent huisvestingsprobleem. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 22 november 2022 heeft eiser zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij inmiddels dakloos is geworden en dat zijn huidige woonomstandigheden zijn gezondheid negatief beïnvloeden. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de situatie van eiser vervelend is, de gemeente terecht heeft geoordeeld dat er geen urgent huisvestingsprobleem is. De rechtbank heeft het restrictieve beleid van de gemeente ten aanzien van urgentieverklaringen als redelijk beoordeeld, gezien het grote aantal aanvragen en het beperkte aantal beschikbare woningen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de weigeringsgrond van de gemeente terecht was, en dat er geen aanleiding was om de hardheidsclausule toe te passen. Eiser heeft geen urgentieverklaring gekregen en de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De kosten van de procedure worden niet vergoed door de gemeente.