Op 6 december 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Katwijk, vertegenwoordigd door gemachtigde R.G.W. Paulissen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een brief van verweerder, gedateerd 13 oktober 2022, waarin verweerder feitelijke mededelingen deed naar aanleiding van eerdere telefoongesprekken en een uitspraak van de voorzieningenrechter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief van verweerder geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze enkel feitelijke informatie bevatte en niet gericht was op rechtsgevolg. Hierdoor is de bestuursrechter kennelijk onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld, conform artikel 8:54 van de Awb, en heeft besloten dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.