ECLI:NL:RBDHA:2022:13564
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging omgangsregeling en geheimhouding verblijfplaats minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 9 december 2022 uitspraak gedaan over de wijziging van de omgangsregeling van de minderjarige [minderjarige01] en de afwijzing van het verzoek tot opheffing van de geheimhouding van zijn verblijfplaats. De vader en de moeder hebben beiden verzoeken ingediend om de omgangsregeling te wijzigen, waarbij de vader een NIKA-traject voorstelde en de moeder vroeg om meer contactmomenten met [minderjarige01]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige omgangsregeling, waarbij de moeder één keer in de twee maanden één uur begeleide omgang heeft en de vader één keer in de twee maanden twee uur, niet in het belang van [minderjarige01] is. De rechtbank heeft de verzoeken van de ouders om de omgangsregeling uit te breiden en de verblijfplaats van [minderjarige01] bekend te maken, afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de geheimhouding van de verblijfplaats van [minderjarige01] noodzakelijk blijft voor zijn welzijn, gezien de spanning die dit bij hem oproept. De rechtbank benadrukte het belang van een stabiele en spanningsloze opvoedingssituatie voor [minderjarige01] en dat de huidige regeling voorlopig gehandhaafd blijft. De bijzondere curator heeft ook aangegeven dat het opheffen van de geheimhouding te vroeg is, gezien de kwetsbaarheid van [minderjarige01]. De rechtbank heeft de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd per 1 januari 2023.