In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling is genomen. Eiser, een Eritrese nationaliteit, had op 11 maart 2022 zijn asielaanvraag ingediend en opgegeven dat zijn geboortedatum 2005 is. Echter, de autoriteiten in Italië hadden eiser eerder geregistreerd met een geboortedatum in 2000, wat leidde tot de conclusie dat hij meerderjarig was. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft op 17 november 2022 de zaak behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris in strijd met zijn eigen beleid heeft gehandeld door Nidos en Vluchtelingenwerk niet op de hoogte te stellen van de leeftijdsschouw. Dit zorgvuldigheidsgebrek heeft geleid tot benadeling van eiser, aangezien een leeftijdsschouw niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd dat de in Italië geregistreerde geboortedatum kon worden aangenomen, en dat eiser niet de mogelijkheid had gekregen om zijn minderjarigheid aan te tonen.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, omdat de uitspraak op het beroep voldoende was om de zaak te beslechten.