2.1.Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht. De problemen van eiser met de [groepering] vindt verweerder niet geloofwaardig. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij is aangevallen door de [groepering]. Verweerder komt tot deze conclusie omdat eiser algemene, vage en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de incidenten. Verweerder heeft de asielaanvraag daarom afgedaan als ongegrond.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert – kort samengevat – het volgende aan. Hij verzoekt allereerst al hetgeen in de zienswijze naar voren is gebracht in beroep als herhaald en ingelast te beschouwen. Verder heeft verweerder ten onrechte van eiser verwacht dat hij meer details kon geven over de aanvallen en de daders. Hij is immers een slachtoffer van een geweldsmisdrijf, wat invloed heeft op zijn waarnemingen en herinneringen, zoals ook blijkt uit onderzoek. Eiser vindt dat hij helder en consistent heeft verklaard over de aanvallen. Daarnaast heeft hij aannemelijk gemaakt dat deze aanvallen hun oorsprong vinden in zijn etniciteit en dat dit past binnen het beeld van Soedan. Eiser verwijst daarbij naar diverse bronnen, waaruit blijkt dat niet-Arabische bevolkingsgroepen worden bedreigd in Soedan. Verweerder bedient zich volgens eiser van drogredenen om de verklaringen niet geloofwaardig te verklaren.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Verzoek om zienswijze als herhaald en ingelast te beschouwen
4. Eisers verzoek om wat in zijn zienswijze is aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen, wordt niet gehonoreerd. Verweerder is in het bestreden besluit gemotiveerd ingegaan op hetgeen eiser in de zienswijze heeft aangevoerd. Voor zover hij in beroep niet heeft geconcretiseerd op welke punten de motivering van het bestreden besluit ontoereikend is, kan de enkele herhaling van de zienswijze in beroep niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit.
Geloofwaardigheid problemen met de [groepering]
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte de verklaringen van eiser over de aanvallen door de [groepering] ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat eiser algemeen en vaag heeft verklaard over de incidenten. Zo kan eiser niet aangeven wanneer het eerste incident met de [groepering] precies plaatsvond, hoeveel personen van de [groepering] er in de landcruiser zaten, door hoeveel personen hij is geslagen, en of het bij het eerste en het tweede incident om dezelfde personen ging. Ook kan eiser niet verklaren hoe de personen uit de landcruiser naar hem toekwamen. Daarnaast heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij wist dat het om de [groepering] ging. De verklaring van eiser dat hij dit wist omdat ze bekend zijn in het hele gebied, dat ze niks doen zonder wapen en dat ze je bezittingen nemen, heeft verweerder hiertoe onvoldoende mogen vinden. Ook met de verklaring dat zij een ander Arabisch accent hebben, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat het de [groepering] betrof, nu een ander Arabisch accent niet alleen aan de [groepering] valt toe te schrijven.