ECLI:NL:RBDHA:2022:12977
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaarde asielaanvraag op basis van Dublinverordening met interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 november 2022 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiser was op 16 november 2022 overgedragen aan de Italiaanse autoriteiten, en zijn voormalige gemachtigde had zich op 21 november 2022 onttrokken aan de zaak omdat zij geen contact meer had met eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser procesbelang heeft bij zijn beroep, ondanks zijn overdracht aan Italië, omdat een onrechtmatige overdracht gevolgen kan hebben.
De rechtbank heeft verder overwogen dat het aan eiser is om aan te tonen dat in zijn geval niet kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat in beginsel geldt voor Italië. Eiser is hierin niet geslaagd; zijn verwijzing naar een rapport van AIDA was onvoldoende om aan te tonen dat Dublinclaimanten systematisch geen opvang krijgen. De rechtbank heeft ook de vrees van eiser voor verslechtering van de situatie van asielzoekers in Italië als speculatief bestempeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.