Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 december 2022 in de zaak tussen
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Vereniging [derde-partij] ( [derde-partij] ), te [vestigingsplaats 2]
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2022, werd de ontvankelijkheid van drie beroepen van een ontbonden vereniging beoordeeld. De vereniging had beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Economische Zaken en Klimaat, maar was na het indienen van de beroepen ontbonden en had haar rechtspersoonlijkheid verloren. De rechtbank oordeelde dat de vereniging geen procesbelang meer had, omdat zij per 2 juli 2021 uitgeschreven was uit het Handelsregister en op 25 juni 2021 was ontbonden. De vereffenaar van de vereniging stelde dat de ontbinding berustte op dwaling, maar de rechtbank oordeelde dat er geen actie was ondernomen om de ontbinding ongedaan te maken. De rechtbank concludeerde dat de beroepen niet-ontvankelijk waren, omdat de vereniging niet meer bestond en er geen baten waren die een heropening van de vereffening rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde de beroepen tegen de bestreden besluiten niet-ontvankelijk en wees een proceskostenveroordeling af.