ECLI:NL:RBDHA:2022:12835
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen de kantonrechter in een civiele procedure
Op 11 oktober 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het verzoek tot wraking van de kantonrechter mr. D.E. Alink afgewezen. Verzoeker stelde dat de kantonrechter geen waarde hechtte aan de door hem overgelegde geloofsbrieven en dat hij partijdig was. De wrakingskamer oordeelde dat de kantonrechter zich nog niet had uitgelaten over de geloofsbrieven en dat de overige klachten van verzoeker voornamelijk betrekking hadden op de wijze waarop de kantonrechter de regie voerde tijdens de zitting. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter een grote vrijheid heeft in het bewaken van de procesorde en dat slechts in zeer bijzondere omstandigheden kan worden aangenomen dat er sprake is van vooringenomenheid. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid was en wees het verzoek tot wraking af. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.