Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.1. [eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
2.[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
[derde-partij](vergunninghouder) te [woonplaats] .
.Vergunninghouder is eveneens verschenen.
Rechtbank Den Haag
Op 14 november 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken SGR 20/6371 en SGR 20/6530, waarbij de beroepen tegen de omgevingsvergunning voor het vergroten en veranderen van een bedrijfsruimte tot woning in Scheveningen ongegrond zijn verklaard. De vergunninghouder had op 3 december 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning, die betrekking had op het in- en uitwendig veranderen en vergroten van de bedrijfsruimte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag voldoet aan de eisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat de locatie in een gebied ligt waar behoefte is aan woningen.
Eiseres en eiser, die in de nabijheid van het bouwplan wonen, hebben hun bezwaren geuit met betrekking tot uitzicht, privacy, bezonning en daglichttoetreding. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres en eiser besproken en geconcludeerd dat de gevolgen van het bouwplan voor uitzicht en privacy niet zo ernstig zijn dat dit een goed woon- en leefklimaat in de weg staat. De rechtbank heeft ook de bezwaren van eiser met betrekking tot bezonning en daglichttoetreding beoordeeld en vastgesteld dat de vergunninghouder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen onevenredige afname van bezonning en daglichttoetreding zal plaatsvinden.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de vergunning terecht is verleend en dat de beroepen ongegrond zijn. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 november 2022, en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.