ECLI:NL:RBDHA:2022:12673

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
21/5580
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidie voor elektrische auto op basis van actieradius

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om haar een subsidie te verlenen voor de lease van een elektrische auto. Eiseres had op 3 september 2020 een leasecontract afgesloten voor een Smart EQ Forfour en meende dat zij in aanmerking kwam voor een subsidie van 4000 euro. De aanvraag werd echter afgewezen omdat de actieradius van de auto, gemeten op 119 kilometer, niet voldeed aan de minimumeis van 120 kilometer. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder.

De rechtbank heeft het beroep op 17 november 2022 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiseres voerde aan dat de afwijzing niet redelijk was, aangezien de actieradius volgens de oude NEDC-norm wel voldeed. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de subsidie terecht was, omdat de actieradius niet voldeed aan de gestelde eisen. Eiseres had ook geen recht op subsidie op basis van het vertrouwensbeginsel, omdat er geen ondubbelzinnige toezegging was gedaan door de RVO.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, maar liet de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand. Dit betekent dat eiseres geen subsidie ontvangt, maar wel het griffierecht terugkrijgt. De rechtbank concludeerde dat de regels duidelijk waren gecommuniceerd en dat de afwijzing van de subsidie op basis van de actieradius terecht was. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de voorwaarden voor subsidieverlening en de rol van de actieradius in de beoordeling van aanvragen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/5580

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: E. Delgijer)
en

de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Wullink)

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van verweerder eiseres een subsidie te verlenen.
Verweerder heeft de subsidie aanvraag bij besluit van 19 februari 2021 (primair besluit) afgewezen.
Bij het bestreden besluit van 14 juli 2021 is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit een beroepschrift ingediend.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 17 november 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en haar gemachtigde, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
1.1
Eiseres heeft op 3 september 2020 een leasecontract voor een elektrische auto (Smart EQ Forfour) bij [B.V.] (hierna: het leasebedrijf) afgesloten. Eiseres meende dat haar auto in aanmerking kwam voor een subsidiebedrag van 4000 euro en op 23 oktober 2020 diende zij hiervoor een aanvraag in. [1] Op 27 januari 2021 heeft verweerder besloten tot verlening van de subsidie. Op 29 januari 2021 heeft eiseres een vaststellingsverzoek ingediend. Verweerder heeft op 19 februari 2021 het subsidiebedrag op 0,00 euro vastgesteld, aangezien de auto van eiseres een actieradius van 119 kilometer heeft en daarmee niet aan de minimumeis van 120 kilometer [2] voldoet.
Wat stelt eiseres in bezwaar?
1.2.
De afwijzing van de subsidie is niet redelijk en billijk. De actieradius van de auto schiet volgens de WLTP-norm slechts 1 kilometer te kort. Volgens de (oude) NEDC-norm voldeed de actieradius met 135 kilometer wel aan de regeling. Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van de aanschaf van elektrische auto’s door particulieren. Dit belang zou zwaarder moeten wegen dan het feit dat de auto volgens de nieuwe norm slechts 1 kilometer tekortschiet.
1.3.
Eiseres heeft er voorafgaand aan haar leaseovereenkomst alles aan gedaan om na te gaan of de auto in aanmerking zou komen voor de subsidie. Anders had zij de auto ook niet gekocht. Een deskundige heeft eiseres medegedeeld dat de auto aan de subsidievoorwaarden voldoet en de dealer heeft eiseres verteld dat de actieradius van de auto 135 kilometer is. De auto is ook te vinden op de autolijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
1.4.
De contactpersoon van eiseres bij het leasebedrijf heeft voor exact dezelfde auto wel subsidie ontvangen. Verweerder kan dit verifiëren.
Het bestreden besluit
2.1.
Verweerder houdt vast aan het actieradiusvereiste. Het beroep op het vertrouwensbeginsel van eiseres slaagt niet. Op de autolijst zijn een aantal voorbehouden opgenomen. Het is slechts een hulpmiddel waar geen rechten aan kunnen worden ontleend. Op de autolijst staat vermeld dat auto’s worden getoetst aan criteria als actieradius, waarbij de uitvoering en het bouwjaar van de auto in kwestie doorslaggevend kunnen zijn. Daarnaast is vermeld dat de gegevens die in het kentekenregister staan vermeld leidinggevend zijn voor de subsidieverstrekking. Ook is niet gebleken dat eiseres een aan verweerder toe te rekenen ondubbelzinnige toezegging is gedaan door medewerkers van de helpdesk.
2.2
Het beroep op het evenredigheidsbeginsel slaagt evenmin. Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van de aanschaf van elektrische auto’s. De voorwaarden voor verlening van subsidie zijn duidelijk gecommuniceerd en de subsidieregeling geeft geen mogelijkheid om van deze voorwaarden af te wijken.
2.3
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt ook niet. De omstandigheden in de situaties waarin de subsidie is toegekend verschillen van de situatie van eiseres. In andere situaties werd immers wel voldaan aan de voorwaarden.
Wat stellen partijen in beroep?
3. Verweerder wijst er in het verweerschrift op dat na totstandkoming van het bestreden besluit contact is opgenomen met de contactpersoon bij het leasebedrijf. Uit dit gesprek bleek dat de auto van deze persoon overeen kwam met die van eiseres. De contactpersoon heeft hiervoor ten onrechte subsidie ontvangen. Er was sprake van een menselijke fout. Op zitting stelt verweerder dat in 3 van de 33 soortgelijke gevallen foutief subsidie is verleend. Het gelijkheidsbeginsel dwingt verweerder niet een eerder gemaakte fout te herhalen, aldus verweerder.
4. Eiseres stelt dat verweerder de regels juist en consequent moet toepassen. Nu eiseres geen subsidie ontvangt en in 3 van de 33 gevallen onterecht subsidie is verleend, heeft verweerder in strijd gehandeld met het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel.
5. Verder blijven partijen bij hun eerder aangevoerde standpunten.
Wat zijn de regels?
6. De regels zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
7. Niet in geschil is dat de auto van eiseres niet aan de eis van de actieradius voldoet. Verder is niet in geschil dat verweerder in het door eiseres naar voren gebrachte geval (van haar contactpersoon bij het leasebedrijf) voor eenzelfde auto als die van eiseres, een subsidie heeft verleend.
8. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. De rechtbank zal het besluit vernietigen, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand laten. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Gelijkheidsbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel
9.1.
Verweerder heeft pas na de totstandkoming van het bestreden besluit onderkend dat sprake was van een gelijk geval. Het bestreden besluit is dus niet zorgvuldig voorbereid en niet goed gemotiveerd. Het besluit kan daarom geen stand houden en zal vernietigd worden.
9.2.
De rechtbank ziet, ondanks de vernietiging van het bestreden besluit, aanleiding om de rechtsgevolgen van dat besluit in stand te laten. Verweerder heeft namelijk aannemelijk gemaakt dat de toekenning van subsidie aan de contactpersoon van het leasebedrijf op een vergissing berust. Een bestuursorgaan kan niet worden verplicht een dergelijke vergissing opnieuw te begaan. [3] In het gegeven dat in 3 van de 33 soortgelijke gevallen sprake is geweest van een onterechte subsidieverlening, ziet de rechtbank geen stelselmatig patroon waardoor niet langer gesproken zou kunnen worden van een menselijke fout.
Vertrouwensbeginsel
9.3.
Wat betreft het beroep op het vertrouwensbeginsel is de rechtbank van oordeel dat dit beroep niet slaagt. Het blijkt niet dat sprake is geweest van een concrete en ondubbelzinnige uitspraak van de medewerkers van de RVO dat eiseres in aanmerking zou komen voor een subsidie. [4] Uit de stukken blijkt enkel dat medewerkers van de servicedesk antwoorden gaven op vragen van eiseres die betrekking hebben op praktische informatie over het indienen van een nieuwe aanvraag en over het leasecontract. Daarnaast is de lijst van de RVO slechts een hulpmiddel. Deze is als zodanig kenbaar gemaakt en eiseres kon hier geen gerechtvaardigd vertrouwen aan ontlenen dat zij in aanmerking zou komen voor subsidie.
Evenredigheidsbeginsel
9.4.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat haar auto slechts 1 kilometer actieradius tekort komt. De SEPP biedt voor dergelijke grensgevallen geen uitzonderingen. Artikel 1.13 van de SEPP geeft aan verweerder een algemene afwijzingsgrond voor subsidieverstrekking, indien niet aan de voorwaarden is voldaan. Verweerder heeft in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding hoeven zien om een beslissing te nemen in afwijking van de regeling. Eiseres had zich over de actieradius tijdig bij de importeur van de auto kunnen informeren, maar heeft dit pas na het sluiten van de leaseovereenkomst gedaan. Dit komt in redelijkheid voor haar eigen rekening en risico. De gevolgen van het besluit zijn ook niet van dien aard dat sprake is van de (zeer) uitzonderlijke situatie dat het bestreden besluit onevenredig is en de grens van de actieradius in de situatie van eiseres buiten toepassing moet worden gelaten op grond van artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep wordt gegrond verklaard, maar de rechtbank laat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand. Dat betekent dat eiseres geen subsidie krijgt. Eiseres krijgt wel het griffierecht terug. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, rechter, in aanwezigheid van
mr. T. Verschoor, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 november 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

BIJLAGE

Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren

Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
[…]
actieradius: actieradius van een elektrische personenauto op datum eerste toelating zoals gemeten op grond van de: a. WLTP; of b. NEDC, indien de gegevens over de actieradius op grond van de WLTP niet beschikbaar zijn;
Artikel 1.2. Doel van de regeling
Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van de aanschaf en lease van volledig elektrische personenauto’s in de kleinere en compacte middenklasse door particulieren, teneinde de emissie van CO2 te verminderen.
Artikel 1.3. Subsidiabele activiteiten
De Minister kan, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling, aan een natuurlijk persoon met een woonadres in Nederland op aanvraag subsidie verstrekken voor de:
[…]
c. lease van een nieuwe elektrische personenauto;
[…].
Artikel 1.4. Hoogte subsidie
1. In 2020 en 2021 bedraagt de subsidie:
a. € 4.000 voor de aanschaf of lease van een nieuwe elektrische personenauto;
[…]
Artikel 1.13. Algemene afwijzingsgrond
De Minister kan afwijzend beslissen op een aanvraag om subsidie indien de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling.
Artikel 2.3.1. Voorwaarden
[…]
5. De elektrische personenauto heeft een actieradius van minimaal 120 km.

Voetnoten

1.Op grond van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren (hierna: SEPP).
2.Artikel 2.3.1, lid 5, van de SEPP.
3.Zie bijvoorbeeld Afdeling Bestuursrechtsspraak van de Raad van State (ABRvS) 19 juni 2013, ECLI:NL:RVS:2013:CA3677 r.o. 5.1.
4.ABRvS 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1694, r.o. 11.2.