ECLI:NL:RBDHA:2022:12652

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
NL22.20960
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 november 2022 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser had asiel aangevraagd in Nederland, maar op 2 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (verweerder) meegedeeld dat eiser met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op dezelfde dag telefonisch aan de rechtbank laten weten dat zij geen contact meer heeft met eiser en niet weet waar hij zich bevindt.

De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld, waarbij eiser via een beeldverbinding werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder was eveneens vertegenwoordigd. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank overweegt dat eiser niet is verschenen ter zitting en ook geen contact heeft opgenomen. Gelet op de vaste jurisprudentie en de mededeling van de gemachtigde van eiser, concludeert de rechtbank dat eiser niet langer prijs stelt op de internationale bescherming die hij aanvankelijk zocht.

Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL22.20960
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser V-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. M.M.J. van Zantvoort),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 13 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 3 november 2022 op zitting behandeld. Eiser heeft zich via een beeldverbinding laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser heeft asiel aangevraagd in Nederland. Bij bericht van 2 november 2022 heeft verweerder laten weten dat eiser met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 2 november 2022 telefonisch aan de rechtbank meegedeeld dat zij geen contact meer heeft met eiser en ook niet weet waar eiser momenteel verblijft.
2. De rechtbank constateert dat eiser niet is verschenen ter zitting en ook niets van zich heeft laten horen. Gelet op vaste jurisprudentie1 en de reactie van de gemachtigde van eiser neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland. Eiser heeft dan ook geen belang meer bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 november 2022 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
1 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 september (2019 ECLI:NL:RVS:2019:579).
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR23162141

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.