Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 12 oktober 2022 een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft verzuimd om binnen de gestelde termijn gronden van beroep in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 13 oktober 2022 in de gelegenheid is gesteld om deze gronden in te dienen, maar dat hij dit niet heeft gedaan. Bovendien heeft de gemachtigde van eiser op 18 oktober 2022 aangegeven geen contact meer te hebben met eiser, die met onbekende bestemming is vertrokken. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de inhoudelijke behandeling van zijn beroep.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat eiser niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en geen rechtens te beschermen belang meer heeft. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.A. Karsten-Badal en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak kan binnen één week na bekendmaking hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.