ECLI:NL:RBDHA:2022:1243
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf als familie- of gezinslid en beoordeling van jongvolwassenenbeleid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een 28-jarige vrouw met de Turkse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor verblijf als familie- of gezinslid bij haar moeder, die in Nederland verblijfsvergunning asiel heeft. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen op basis van het jongvolwassenenbeleid, waarbij eiseres niet onder deze regeling viel vanwege haar leeftijd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en stelde dat er sprake was van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid tussen haar en haar moeder, wat volgens haar een beschermenswaardig gezinsleven zou vormen onder artikel 8 van het EVRM.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een mvv. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van 'more than normal emotional ties' tussen eiseres en referente, en dat de staatssecretaris niet verplicht was om het jongvolwassenenbeleid toe te passen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris terecht van het horen heeft afgezien, omdat er geen twijfel bestond dat de bezwaren van eiseres niet tot een ander besluit konden leiden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.