ECLI:NL:RBDHA:2022:12304

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
C/09/633182 / KG RK 22-962
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak met eerdere betrokkenheid van de rechter

Op 3 augustus 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. De zaak betreft een verdachte die wordt beschuldigd van strafbare feiten waarbij meerdere personen betrokken zijn. De rechter, B.A. Sturm, had eerder bemoeienis met deze partijen en was betrokken bij de veroordeling van twee andere personen op 4 november 2021, die ook in verband stonden met de huidige zaak. In die eerdere vonnissen zijn feitelijke vaststellingen gedaan over de rol van de verdachte, die relevant zijn voor de huidige beschuldigingen.

De procedure rondom het verschoningsverzoek is niet ter zitting behandeld, aangezien dit niet vereist is. De rechter heeft aangegeven dat de schijn van partijdigheid vermeden moet worden, gezien zijn eerdere betrokkenheid bij de zaak. De beoordeling van het verzoek heeft geleid tot de conclusie dat het terecht is ingediend, en dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden voortgezet.

De beslissing van de verschoningskamer houdt in dat het verzoek tot verschoning wordt toegewezen, en dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/12
Zaak-/rekestnummer: C/09/633182 / KG RK 22-962
Beslissing van 3 augustus 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. B.A. Sturm,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de strafzaak met parketnummer 09/767350-20 van:
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
verblijvende in de P.I. [plaats] ,
de verdachte,
bijgestaan door mr. R.A. Bruinsma, advocaat te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 2 augustus
2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
 de rechter heeft eerder bemoeienis gehad met partijen. De verdachte wordt verdacht van strafbare feiten waarbij ook andere personen een rol spelen. Twee van die personen zijn reeds op 4 november 2021 veroordeeld tot gevangenisstraffen door een zittingscombinatie waarvan de rechter deel uitmaakte. Die zaken hingen nauw samen met de zaak tegen de verdachte. In de vonnissen van 4 november 2021 zijn over de rol van de verdachte in het geheel van gebeurtenissen ook feitelijke vaststellingen gedaan, die mede zien op de feiten die nu aan de verdachte ten laste zijn gelegd.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 3 augustus 2022 door mrs. S.M. Krans,
J. Brandt en R. Cats, in tegenwoordigheid van de griffier.