Uitspraak
Rechtbank den haag
de verdachte,
bijgestaan door mr. R.A. Bruinsma, advocaat te Amsterdam.
1.De procedure
2022.
2.Het verschoningsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
J. Brandt en R. Cats, in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechtbank Den Haag
Op 3 augustus 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. De zaak betreft een verdachte die wordt beschuldigd van strafbare feiten waarbij meerdere personen betrokken zijn. De rechter, B.A. Sturm, had eerder bemoeienis met deze partijen en was betrokken bij de veroordeling van twee andere personen op 4 november 2021, die ook in verband stonden met de huidige zaak. In die eerdere vonnissen zijn feitelijke vaststellingen gedaan over de rol van de verdachte, die relevant zijn voor de huidige beschuldigingen.
De procedure rondom het verschoningsverzoek is niet ter zitting behandeld, aangezien dit niet vereist is. De rechter heeft aangegeven dat de schijn van partijdigheid vermeden moet worden, gezien zijn eerdere betrokkenheid bij de zaak. De beoordeling van het verzoek heeft geleid tot de conclusie dat het terecht is ingediend, en dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden voortgezet.
De beslissing van de verschoningskamer houdt in dat het verzoek tot verschoning wordt toegewezen, en dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.