Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiseres. De eiseres had op 22 juni 2022 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op basis van artikel 59, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Tegen dit besluit heeft de eiseres beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 28 juni 2022 opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of de tenuitvoerlegging van de maatregel onrechtmatig was en of er recht op schadevergoeding bestond.
De rechtbank overwoog dat de grondslag voor de bewaring een rechtsvermoeden schept dat het belang van de openbare orde de inbewaringstelling vordert. Dit rechtsvermoeden behoeft niet te worden gemotiveerd aan de hand van persoonlijke feiten van de vreemdeling. De rechtbank verwierp de argumenten van de eiseres over het ontbreken van onttrekkingsgevaar, en oordeelde dat verweerder voldoende had gemotiveerd waarom de maatregel van bewaring was opgelegd. De eiseres had eerder een maatregel opgelegd gekregen die niet had geleid tot haar vertrek uit Nederland, en zij had verklaard niet mee te zullen werken aan haar verwijdering.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het beroep ongegrond was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier M.A.W.M. Engels, en werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.