ECLI:NL:RBDHA:2022:12180

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
C/09/635671 / HA ZA 22-810
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid en rechtskeuze in een licentieovereenkomst tussen een Nederlandse en een Panamese partij

In deze zaak, die op 16 november 2022 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, heeft de rechtbank uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Wedel Software B.V. en Televisora Nacional S.A. De eiseres, Wedel Software B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Televisora Nacional S.A., die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure is gestart met een dagvaarding op 7 juli 2022, en dat er op 19 oktober 2022 verstek is verleend tegen de gedaagde. De zaak heeft een internationaal karakter, aangezien de gedaagde in Panama is gevestigd. De rechtbank heeft ambtshalve de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en het toepasselijke recht beoordeeld, waarbij zij heeft verwezen naar de Brussel I-Verordening en het Rome I-reglement. Eiseres heeft gesteld dat er een licentieovereenkomst is gesloten op 1 juni 2020, waarbij zij haar softwaresystemen aan de gedaagde heeft gelicentieerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat er een geldige forumkeuze en rechtskeuze is gemaakt door partijen, en dat het Nederlands recht van toepassing is. De rechtbank heeft de vordering van eiseres tot betaling van onbetaalde facturen van $ 47.769,50 toegewezen, vermeerderd met contractuele rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 8.781,33. De rechtbank heeft de ontbinding van de overeenkomst door de gedaagde ongerechtvaardigd verklaard en de gedaagde veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/635671/ HA ZA 22-810
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van
WEDEL SOFTWARE B.V.te Den Haag,
eiseres,
advocaat mr. R.P.R. Nolten te Den Haag,
tegen
TELEVISORA NACIONAL S.A.te Panama City, Panama,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 juli 2022, tegen de eerste rolzitting van 12 oktober 2022, met producties 1 tot en met 16;
  • het ter rolzitting van 19 oktober 2022 tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voor de ingestelde vorderingen en de daartoe gestelde feiten verwijst de rechtbank, gelet op artikel 230 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), kortheidshalve naar de aan dit verstekvonnis gehechte en gewaarmerkte kopie van de dagvaarding.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
2.2.
De zaak heeft een internationaal karakter, omdat gedaagde in Panama is gevestigd. In dit soort zaken moet de rechtbank ambtshalve in gaan op de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en op de vraag welk recht moet worden toegepast.
2.3.
Eiseres heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat zij met gedaagde op 1 juni 2020 een (licentie-)overeenkomst heeft gesloten, waarbij eiseres een drietal door haar ontwikkelde softwaresystemen in licentie heeft gegeven aan gedaagde ten behoeve van haar radio- en televisiezenders. Deze overeenkomst bestaat uit een Commercial Agreement, de License Agreement Terms and Conditions en de Hosted Application Services Addendum. De licentieperiode bedraagt vijf jaar (van 1 juni 2020 tot 1 juni 2025). Op de overeenkomst zijn de algemene licentievoorwaarden (de License Agreement Terms and Conditions) van eiseres van toepassing verklaard. In artikel 42 van deze licentievoorwaarden staat het volgende:

42. *GOVERNING LAW.This Agreement shall be governed by and construed in accordance with the Dutch law of its conflicts of law principles and excluding application of the United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods. The Dutch courts shall have exclusive jurisdiction to hear any and all legal disputes between the parties arising under this Agreement.
Kortom, partijen hebben een forumkeuze en een rechtskeuze gemaakt, aldus eiseres.
2.4.
De rechtsmacht van deze rechtbank moet in de eerste plaats worden beoordeeld aan de hand van de bevoegdheidsregels van de Brussel I
bis-Verordening [1] . Gedaagde is niet in een EU-lidstaat gevestigd. Dat neemt niet weg dat de bevoegdheidsregeling van artikel 25 van de Brussel I
bis-Verordening over forumkeuzebedingen blijft gelden (zie artikel 6 lid 1 Brussel I
bis-Verordening).
2.5.
Een forumkeuze is mogelijk door middel van een schriftelijke overeenkomst of een schriftelijke bevestiging van een mondelinge overeenkomst (artikel 25 lid 1 sub a Brussel I
bis-Verordening). Daarnaast is een forumkeuze mogelijk indien deze is gedaan in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden (artikel 25 lid 1 sub b Brussel I
bis-Verordening), of, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een in die handel algemeen bekende gewoonte waarvan partijen op de hoogte (hadden behoren te) zijn en die in de betrokken branche doorgaans in acht wordt genomen (artikel 25 lid 1 sub c Brussel I
bis-Verordening).
2.6.
Onder het EEX-Verdrag oud [2] heeft het HvJ EG [3] geoordeeld dat voor het aannemen van een forumkeuzebeding als bedoeld in artikel 17 EEX-Verdrag oud (thans artikel 25 Brussel I
bis-Verordening) overeenstemming tussen partijen vereist is, hetgeen betekent dat partijen daadwerkelijke, duidelijk en nauwkeurig tot uitdrukking komende wilsovereenstemming moeten hebben bereikt over de forumkeuze. Deze wilsovereenstemming moet voldoen aan de strikt uit te leggen vormvoorschriften van artikel 17 EEX-Verdrag oud (thans artikel 25 Brussel I
bis-Verordening. [4] Een in algemene voorwaarden vastgelegd forumkeuzebeding is geldig indien in de tekst zelf van de door beide partijen ondertekende overeenkomst uitdrukkelijk wordt verwezen naar de algemene voorwaarden die dit beding bevatten. Dit geldt echter alleen bij een uitdrukkelijke verwijzing die door een partij bij betrachting van een normale zorgvuldigheid kan worden nagegaan en indien vast staat dat de algemene voorwaarden, met daarin het forumkeuzebeding, daadwerkelijk aan de andere contractspartij zijn medegedeeld. [5]
2.7.
In de door gedaagde getekende Commercial Agreement wordt verwezen naar de algemene voorwaarden (de License Agreement Terms and Conditions). De algemene voorwaarden met daarin in artikel 42 het in r.o. 2.3. geciteerde forumkeuzebeding is eveneens door gedaagde ondertekend. Daarmee staat vast dat de algemene voorwaarden met daarin het forumkeuzebeding daadwerkelijk aan gedaagde zijn medegedeeld. Partijen zijn een geldige forumkeuze in de zin van artikel 25 lid 1 sub a Brussel I
bis-Verordening overeengekomen. De rechtbank oordeelt dat zij op grond van het forumkeuzebeding internationaal bevoegd is om van dit geschil kennis te nemen. In dit geval volgt de relatieve bevoegdheid van deze rechtbank (in ieder geval) uit artikel 109 Rv.
2.8.
Omdat gedaagde niet in een EU-lidstaat is gevestigd, is Rome I [6] niet van toepassing. Artikel 10:154 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt echter dat op verbintenissen die buiten de werkingssfeer van de verordening en de terzake geldende verdragen vallen en die als verbintenissen uit overeenkomst kunnen worden aangemerkt, de bepalingen van Rome I van overeenkomstige toepassing zijn. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een uitdrukkelijk gedane rechtskeuze door partijen in de zin van artikel 3 lid 1 Rome I. Artikel 42 in de algemene voorwaarden verwijst niet uitdrukkelijk naar Nederlands recht, maar naar het Nederlandse conflictenrecht. Partijen hebben daarbij toepassing van het Weens Koopverdrag [7] uitgesloten.
2.9.
Zoals hiervoor uiteengezet moet in dit geval dan op grond van het Nederlandse conflictenrecht het toepasselijk recht worden bepaald aan de hand van Rome I. Op grond van artikel 4 lid 1 sub b Rome I is Nederlands recht van toepassing, omdat de overeenkomst inzake dienstverlening wordt beheerst door het recht van het land waar de dienstverlener zijn gewone verblijfplaats heeft. Eiseres is de dienstverlener en heeft haar gewone verblijfplaats in Nederland. Nederlands recht is dus van toepassing (met uitsluiting van het Weens Koopverdrag).
Vorderingen
2.10.
Eiseres vordert een bedrag van $ 47.769,50 van door gedaagde onbetaalde facturen, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand, althans te vermeerderen met de wettelijke handelsrente. De rechtbank zal de genoemde door partijen overeengekomen contractuele rente toewijzen en het overige afwijzen.
2.11.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet ongegrond of onrechtmatig voor. Daarom wordt het gevorderde toegewezen op de wijze zoals hierna volgt.
2.12.
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 103,33
- griffierecht € 5.737,--
- salaris advocaat
€ 2.941,--(1,0 punt × € 2. 941,-tarief VI)
Totaal € 8.781,33
De over de proceskosten gevorderde rente zal toegewezen worden op de wijze zoals in het dictum vermeld.
2.13.
Voor afzonderlijke veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237). De rechtbank zal, zoals gevorderd, de nakosten begroten conform het daarop toepasselijke liquidatietarief.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart voor recht dat de ontbinding van de overeenkomst door gedaagde ten onrechte is ingeroepen en dat de uitgebrachte ontbindingsverklaring daarom ongerechtvaardigd is;
3.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van $ 47.769,50 voor openstaande facturen tot en met december 2021, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand;
3.3.
veroordeelt gedaagde tot nakoming van de met eiseres gesloten overeenkomst en in het verlengde hiervan tot (door-)betaling uit hoofde van deze overeenkomst aan eiseres van een bedrag van $ 15.735,- per kwartaal tot en met 1 juni 2025;
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 8.781,33 en op € 163,- aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 85,- in geval van betekening, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling van deze kosten;
3.5.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordelingen onder 3.2., 3.3. en 3.4. uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Harmsen en in het openbaar uitgesproken door mr. P. Dondorp, rolrechter, op 16 november 2022.
Type: 2753

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), PbEU 2012, L 351/1 (hierna: Brussel I
2.Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, inwerkingtreding: 2-5-1999, laatstelijk gewijzigd op 2 mei 1999, Trb. 2001, 52 (hierna: EEX-Verdrag oud).
3.Het Hof van Justitie voor de Europese Gemeenschappen (HvJ EG).
4.Vgl. HvJ EU 14 december 1976, nr. 24/76, ECLI:EU:C:1976:177, Colzani/Rüwa, HvJ EU 14 december 1976, nr. 25/76, ECLI:EU:C:1976:178, Segoura/Bonakdarian en HvJ EU 20 februari 1997, nr. C-106/95, NJ 1998, 565, MSG/Les Gravières Rhénanes).
5.Vgl. HvJ EU 7 juli 2016, ECLI:EU:C:2016:525, (Höszig/ Alstom).
6.Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, PbEU 2008, L 177/6 (hierna: Rome I).
7.Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, Wenen, 11-04-1980 (hierna: Weens Koopverdrag).