ECLI:NL:RBDHA:2022:12150
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verwijdering van documenten uit personeelsdossier en de rechtspositie van de ambtenaar
In deze zaak heeft eiseres, een ambtenaar, verzocht om de verwijdering van bepaalde documenten uit haar personeelsdossier. Het primaire besluit van de korpschef van politie, dat dit verzoek afwees, werd op 17 juli 2020 in het bestreden besluit gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvullende gronden heeft ingediend. Tijdens de zittingen op 15 februari en 20 oktober 2022 is de zaak besproken. Eiseres voerde aan dat zij onrechtmatig is behandeld en dat er negatieve dossieropbouw heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat de stukken in het personeelsdossier niet direct de rechtspositie van eiseres raken en dat de afwijzing van het verzoek om verwijdering geen besluit is in de zin van de Awb. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 november 2022.