ECLI:NL:RBDHA:2022:11845

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
C/09/635795 / FA RK 22-6410
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 oktober 2022 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 27 september 2022 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene, geboren in 1965, die lijdt aan een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, haar verweer heeft gevoerd. Betrokkene ontkende de diagnose en voerde aan dat zij geen wilsbekwaamheid had, en dat de zorgmachtiging disproportioneel was. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen recente beoordeling van de wilsbekwaamheid was, maar dat de onafhankelijke psychiater op 23 september 2022 had geconcludeerd dat betrokkene niet wilsbekwaam was. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden, gezien de manische decompensatie en het gebrek aan ziektebesef bij betrokkene. De rechtbank verleende de zorgmachtiging, die geldig is tot en met 14 april 2023, en bepaalde dat de zorg omvatte het toedienen van medicatie, medische controles, en beperkingen in de bewegingsvrijheid van betrokkene. De beschikking is gegeven door mr. C.F. Mewe, rechter, en is vastgesteld op 21 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/635795 / FA RK 22-6410
Datum beschikking: 14 oktober 2022

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum01] 1965 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. O.C. Bondam te Voorschoten.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 september 2022, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 23 september 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater01] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 19 september 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 27 september 2022;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2022 in het gebouw van de rechtbank.
Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat en een tolk in de Griekse taal, mevrouw [naam01] .
- de arts-assistent [naam02] (telefonisch).
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat ze geen bipolaire stoornis heeft. Volgens betrokkene staan er veel fouten in het dossier. Zij is het niet eens met de zorgmachtiging.
De advocaat heeft namens betrokkene naar voren gebracht dat ze een geschiedenis heeft van korte opnames. Als betrokkene hulp nodig heeft is dit altijd kortdurend en ze laat zien dat ze behoudens de korte ontsporingen goed functioneert. Dit is een indicatie dat betrokkene niet continue zorg nodig heeft. Verder zijn er geen sporen van mutilatie. Een zorgmachtiging is disproportioneel. De beoordeling van de wilsbekwaamheid van betrokkene is van 23 september 2022 en er is geen recente beslissing ex artikel 1:5 van de Wvggz waarin is bepaald dat betrokkene niet wilsbekwaam zou zijn. Er is geen sprake van acuut levensgevaar en ook geen gevaar voor derden. Op basis van de recente uitspraak van de Hoge Raad van 4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123), waarin ook naar de wetsgeschiedenis wordt verwezen, dient in dat geval het wilsbekwame verzet te worden gehonoreerd. Betrokkene voert wilsbekwaam verzet tegen de medicatie en de opname. Ze wil met name geen lithium gebruiken, omdat dit gevaarlijk zou zijn voor haar nieren en ze haar gezondheid niet in gevaar wil brengen. Een second opinion ten aanzien van de wilsbekwaamheid zou goed zijn in deze zaak.
De arts-assistent heeft meegedeeld dat er sprake is van een bipolaire stoornis waardoor betrokkene een manische ontregeling liet zien. Ze is meermaals met een crisismaatregel opgenomen geweest en er is meermaals geprobeerd om haar in zorg te krijgen bij het wijkteam, maar dat is niet gelukt. Betrokkene wil geen medicatie of behandeling en is opnieuw opgenomen geweest met een crisismaatregel omdat er sprake was van een manische decompensatie. Er zijn meerdere klachten gekomen vanuit de buurt wegens overlast van betrokkene en ze zette haar huisraad op straat. Het huis van betrokkene is een enorme bende en ze roept agressie over zichzelf af door haar gedrag. Er is geen ziektebesef- en inzicht bij betrokkene. Ze ontkent de diagnose en is het niet eens met het beleid van [instelling01] . Het is onduidelijk of ze haar medicatie inneemt. Er wordt zo veel mogelijk geprobeerd om met betrokkene te overleggen en een ‘shared decision’ te maken over de medicatie, maar daar staat ze niet voor open.

Beoordeling

Op 12 september 2022 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 3 oktober 2022.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten manisch-psychotische episode in het kader van een bipolaire stoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige materiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene is meerdere malen opgenomen in verband met een manische ontregeling. Betrokkene veroorzaakt overlast bij de buren en is recent opnieuw opgenomen met een crisismaatregel nadat ze haar huisraad op straat had gegooid. Er is sprake van formele en inhoudelijke denkstoornissen en uitgebreide wanen bij betrokkene en tot op heden vertoont ze nog manische kenmerken. Het huis van betrokkene is een bende en door haar gedrag roept ze agressie over zichzelf af. Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft geen ziektebesef- of inzicht en vindt niet dat er sprake is van een bipolaire stoornis. Ze neemt haar medicatie niet vrijwillig in waardoor ze opnieuw is ontregeld. Het is niet gelukt om betrokkene vrijwillig in zorg te krijgen bij het wijkteam. De verwachting is dat betrokkene zonder zorgmachtiging opnieuw zal stoppen met de medicatie en alle zorg zal afwijzen, met manische decompensatie en ernstig nadeel tot gevolg.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Betrokkene heeft verweer gevoerd. Zij stelt dat er geen recente beslissing is waarin de wilsbekwaamheid van betrokkene is beoordeeld. De rechtbank stelt vast dat betrokkene op 23 september 2022 door de onafhankelijke psychiater is beoordeeld en dat deze heeft geconcludeerd dat betrokkene niet in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake en daarom niet wilsbekwaam is. De rechtbank overweegt dat de wilsbekwaamheid kan fluctueren en per dag(deel) kan verschillen. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de deskundigheid van de arts en acht voldoende gemotiveerd dat betrokkene tijdens het onderzoek wilsonbekwaam was. De rechtbank zal het verzoek tot second opinion en het verzet van betrokkene ten aanzien van de vormen van verplichte zorg daarom verwerpen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg zonder meer noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw01] ,

geboren op [geboortedatum01] 1965 te [geboorteplaats01] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
en daarnaast ook de volgende maatregelen indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 april 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.F. Mewe, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 14 oktober 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 oktober 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.