Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 november 2022 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Wat vinden partijen in beroep?
.Uit het aanwijzingsbesluit blijkt niet dat het de bedoeling van verweerder is geweest om ook andere situaties toe te laten. In voorwaarde 6 kan dit ook niet worden gelezen. Deze voorwaarde ziet op personen die nog niet of niet meer in de Brp zijn ingeschreven en die verzoeken om inschrijving op het briefadres van eiseres. [5] De rechtbank overweegt dat weliswaar niet duidelijk is voor welke situatie deze voorwaarde is bedoeld en waarom deze voorwaarde is opgenomen, maar dit is onvoldoende om af te kunnen doen aan de vierde voorwaarde. Verder is niet gebleken dat de vierde voorwaarde van het aanwijzingsbesluit op een later moment door verweerder ruimer is uitgelegd. Er is geen verslag van het gesprek dat naar aanleiding van het briefadresverzoek in 2014 heeft plaatsgevonden en verweerder betwist dat in dat gesprek is besproken dat RED ook mensen afkomstig uit een huurwoning van een briefadres zou mogen voorzien. Verweerder heeft toegelicht hoe het komt dat onjuiste inschrijvingen in het verleden hebben kunnen plaatsvinden en waarom aanvragen later anders zijn beoordeeld. Verweerder hoeft onjuiste inschrijvingen van het verleden niet te herhalen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verweerder RED er bij e-mailbericht van 2 maart 2020 op heeft gewezen dat alle verzoeken waarbij geen sprake is van gedwongen verkoop en gedwongen woningontruiming zullen worden afgewezen. Verweerder mocht zich daarom op het standpunt stellen dat eiseres alleen in aanmerking komt voor een briefadres bij RED als zij haar woning heeft moeten verlaten door een gedwongen verkoop.
.Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de lastige situatie van eiseres, is niet gebleken dat eiseres in een zodanige noodsituatie komt te verkeren dat verweerder haar alsnog een briefadres bij RED zou moeten geven. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat, daargelaten of verweerder terecht stelt dat eiseres zich alleen op het briefadres van de gemeente bij de Binckhorstlaan kan inschrijven als zij in de regio woont en daargelaten of verweerder verplicht zou zijn om een “neutraal” briefadres te verstrekken, niet is gebleken dat eiseres pogingen heeft gedaan om aan de gemeente Den Haag of een andere gemeente een ander briefadres te vragen. Verweerder heeft er ter zitting bijvoorbeeld op gewezen dat eiseres mogelijk op een briefadres bij haar dochter had kunnen worden ingeschreven. Dat eiseres graag gebruik wil maken van de service die RED biedt, waardoor zij niet persoonlijk haar post hoeft op te halen maar deze per e-mail toegestuurd krijgt, is begrijpelijk, maar is onvoldoende om af te wijken van de voorwaarden die verweerder heeft gesteld voor inschrijving op het briefadres bij RED.