ECLI:NL:RBDHA:2020:3546
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake briefadres door gemeente Den Haag
Op 15 april 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken SGR 20/2046 en SGR 20/2656, waarin verzoekers, Stichting Restschuld Eerlijk Delen (RED) en een individuele verzoeker, een voorlopige voorziening vroegen tegen de afwijzing van hun verzoek om inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) op het briefadres van RED. De gemeente Den Haag had het verzoek afgewezen op basis van specifieke voorwaarden waaraan verzoekers niet voldeden. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker onvoldoende spoedeisend belang had aangetoond, omdat zijn situatie niet voldeed aan de voorwaarden voor inschrijving op het briefadres van RED, die alleen bedoeld is voor personen die hun woning gedwongen hebben moeten verkopen en met een restschuld zijn blijven zitten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aanvraag voor een briefadres op het adres van RED mag worden afgewezen wanneer de aanvrager niet uit zijn koopwoning is ontruimd en een (rest)schuld heeft op zijn hypotheek. De voorzieningenrechter wees de verzoeken om voorlopige voorziening af, en stelde vast dat de omstandigheden van verzoeker niet duiden op een ontruiming uit een koopwoning wegens een (rest)schuld op zijn hypotheek. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. G.A. Verhoeven, en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.