ECLI:NL:RBDHA:2022:1159
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van statushouder met eerdere bescherming in Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een statushouder uit Duitsland, had op 6 november 2021 een opvolgende asielaanvraag ingediend, die op 24 november 2021 door de staatssecretaris niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiser internationale bescherming geniet in Duitsland en er geen nieuwe elementen zijn die aanleiding geven voor een ander oordeel. Eiser was niet verschenen op de zitting, terwijl zijn gemachtigde, mr. A.R.J. Maas, zich had afgemeld wegens een Covid-19 besmetting. De rechtbank heeft het verzoek om aanhouding van de behandeling afgewezen, omdat de gemachtigde niet had aangetoond dat hij niet in staat was om via een beeldverbinding deel te nemen aan de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk is verklaard, omdat de Duitse autoriteiten hem nog steeds internationale bescherming bieden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.