ECLI:NL:RBDHA:2022:11356
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van artikel 13 van Besluit 1/80 op verblijfsvergunning onder niet-tijdelijke humanitaire gronden
In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van niet-tijdelijke humanitaire gronden. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres onder het bereik van artikel 13 van het Besluit 1/80 valt, ondanks dat zij op het moment van de aanvraag geen feitelijke arbeid verrichtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet vereist is dat de vreemdeling op het moment van de aanvraag feitelijk arbeid verricht om onder dit besluit te vallen. De rechtbank heeft echter besloten om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, omdat de overige beroepsgronden van eiseres niet slagen. Eiseres had eerder een verblijfsvergunning onder andere beperkingen, maar deze zijn inmiddels in rechte vast komen te staan. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf na het zoekjaar, omdat haar aanvraag niet tijdig is ingediend. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Eiseres is in de proceskosten veroordeeld.