Uitspraak
Rechtbank den haag
1.HKV LIJN IN WATER B.V. te Lelystad,
STICHTING DELTARESte Delft,
DHI A/Ste Hørsholm, Denemarken,
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst dan wel voeging
3.De feiten
The extent to which the time schedule is comprehensive, complete and SMART
“is it advantageous if the database is already available and can be assessed by RVO (thus lower risks and more clarity)? If not, how would RVO assess the plausibility of the database? It’s functions and performance? Security?”het volgende antwoord gegeven:
“The database is assessed according to the award criteria in the Tender Document, section 5.”
RVO verlengt op uw verzoek de standstill periode tot maandag 20 juni 2022 14:00.”RVO heeft ook een dergelijke mededeling op Tendernet geplaatst. Bij brief van 13 juni 2022 heeft de Combinatie aan RVO verzocht om de standstill periode te verlengen tot en met woensdag 22 juni 2022. In een e-mailbericht van 14 juni 2022 14.10 uur heeft RVO onder meer aan de Combinatie meegedeeld:
“(…) Wij zijn ook bereid om de Alcateltermijn te verlengen naar woensdag 22 juni.”RVO heeft op 14 juni 2022 om 14.17 uur het volgende bericht op Tendernet geplaatst:
“As mentioned in an earlier message, the standstill period is extended until Monday 20 June 2022 14.00, because of an objection. There is decided to extend the standstill period until Wednesday 22 June 2022 14.00, instead until Monday 20 June. (…)”
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
“can apply for a preliminary injunction at the competent civil court in The Hague. This must be done no later than 20 calendar days subsequent to the sending of the digital notifications concerning the award of the Contract.”RVO kan niet worden gevolgd in de uitleg die hij geeft aan deze tekst, te weten dat dit betekent dat inschrijvers binnen twintig dagen na de verzending van de gunningsbeslissing een kort geding
aanhangig moeten maken door betekening van de dagvaarding. Weliswaar is het gebruikelijk om bij een vervaltermijn daarbij aan te sluiten en acht de voorzieningenrechter ook niet onaannemelijk dat RVO dat heeft bedoeld, zoals hij ter zitting heeft gesteld, maar bij de interpretatie moet worden uitgegaan van de zogenoemde ‘CAO-norm’. Die houdt in dat voor de uitleg van de aanbestedingsdocumenten de bewoordingen van de bepalingen, gelezen in het licht van de gehele tekst van die stukken, in beginsel van doorslaggevende betekenis zijn. Daarbij komt het aan op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de stukken zijn gesteld. Dat leidt tot de conclusie dat, gezien de bewoordingen “to apply for a preliminary injunction”, in deze aanbesteding de vervaltermijn uitdrukkelijk is gekoppeld aan het aanvragen van een kort geding. De vertaling van “to apply” is immers: “aanvragen” en niet “aanhangig maken” of iets in die zin.