ECLI:NL:RBDHA:2022:11315
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod van een vreemdeling met een strafrechtelijke veroordeling voor terroristische activiteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twintig jaar, opgelegd aan een vreemdeling die was veroordeeld voor het medeplegen van de voorbereiding van een terroristisch misdrijf, deelname aan een terroristische organisatie en diefstal met geweld. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet naar behoren was geïnformeerd over de redenen voor het terugkeerbesluit en het inreisverbod, en dat hij onvoldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunt kenbaar te maken. De rechtbank stelde vast dat de besluitvorming van de staatssecretaris onzorgvuldig was voorbereid en onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, omdat het niet voldeed aan de vereisten van zorgvuldigheid en motivering zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat er een onttrekkingsrisico bestond, en dat de gronden voor het inreisverbod niet voldoende waren onderbouwd. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming en de rechten van vreemdelingen in het kader van terugkeerprocedures.