ECLI:NL:RBDHA:2022:11313
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens onvolledige informatie en gebrek aan toelichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de opvolgende asielaanvraag van eiser, die de Egyptische nationaliteit heeft. Eiser had eerder in 2019 een asielaanvraag ingediend, die ongegrond was verklaard. Op 19 januari 2022 diende eiser een opvolgende asielaanvraag in met een formulier M35-O, maar deze werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen deze beslissing behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig op de zitting.
De rechtbank overweegt dat eiser onvoldoende informatie heeft verstrekt om zijn aanvraag te onderbouwen. Eiser had nieuwe informatie willen aanvoeren over zijn politieke activiteiten en de intensivering van zijn geloof in het christendom, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet de benodigde toelichting en documentatie heeft geleverd. De rechtbank stelt vast dat het aan eiser is om zijn aanvraag te onderbouwen en dat hij niet heeft voldaan aan de verzoeken van verweerder om aanvullende informatie te verstrekken.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat de opvolgende asielaanvraag terecht buiten behandeling is gesteld, omdat de informatie die eiser heeft verstrekt niet voldoende was voor een inhoudelijke beoordeling. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 april 2022, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.