ECLI:NL:RBDHA:2022:11304

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
09-168690-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot moord en doodslag, maar veroordeling voor openlijke geweldpleging en vuurwapenbezit in jeugdstrafzaak

Op 31 oktober 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een steekincident op 5 juni 2021 in Zoetermeer. De verdachte werd beschuldigd van poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot moord en doodslag, omdat niet kon worden vastgesteld dat de steekwonden van de slachtoffers potentieel dodelijk waren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van deze beschuldigingen.

Echter, de rechtbank vond wel voldoende bewijs voor openlijke geweldpleging. De verdachte had een significante bijdrage geleverd aan het geweld, dat bestond uit het steken van de slachtoffers en het slaan en schoppen van hen door een groep jongens. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanwezig was bij het steekincident en dat hij een mes bij zich droeg, wat zijn betrokkenheid bij het geweld bevestigde.

Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, een revolver, op 28 juni 2021. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 271 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden, en een leerstraf van 50 uren. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de rechtbank onvoldoende inzicht had in de schade.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09-168690-21
Datum uitspraak 31 oktober 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
hierna te noemen: de verdachte,
geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] ,
[adres] .

1.Het onderzoek op de zitting

Het onderzoek is gehouden op de besloten terechtzittingen van 2 september 2021 (regiezitting), 18 februari 2022 en 11 oktober 2022 (inhoudelijke behandelingen) en
18 oktober 2022 (sluiting van het onderzoek).
De officier van justitie in deze zaak is mr. B. Looijestijn en de advocaat van de verdachte is mr. P.L.G. Rens te Den Haag. De verdachte is ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is, samengevat en na wijziging van de tenlastelegging op de zitting, ten laste gelegd dat:
1. hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven te beroven (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (
meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen voorbereidingen heeft getroffen tot het plegen van een moord c.q doodslag of zware mishandeling met voorbedachten rade of openlijke geweldpleging (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
meest subsidiair);
2. hij op 5 juni 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
3. hij op 28 juni 2021 te Zoetermeer een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de rechtbank bewezen zal verklaren dat de verdachte de onder 1 primair (impliciet subsidiair), 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Ten aanzien van feiten 1 en 2 heeft de officier van justitie – samengevat en zakelijk weergegeven – daartoe het volgende naar voren gebracht.
Voorafgaand aan het feit op 5 juni 2021 zijn er door verdachte en zijn medeverdachten in een Snapchatgroep berichten verstuurd om te verzamelen en om iemand te grazen te nemen. Uit de gesprekken valt te herleiden dat diverse personen voorafgaand aan het incident afspreken en bespreken dat ze messen met zich meenemen omdat er een ruzie is met ‘Palenstein Boys’. Naderhand worden, opnieuw in Snapchatgesprekken, daderwetenschappen benoemd. Eén van de deelnemers is geïdentificeerd als de verdachte. Uit de door de verdachte verstuurde berichten kan worden geconcludeerd dat hij op de plaats delict is geweest, hij een machete bij zich had en hij concrete daderkennis had. De officier van justitie is daarom van mening dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot doodslag en aan openlijke geweldpleging. Het verboden wapen, zoals dat onder feit 3 is tenlastegelegd, is bij de verdachte aangetroffen en hij heeft bekend dit voor een ander te hebben bewaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De rol van de verdachte wordt niet duidelijk uit het dossier. Er zijn geen verklaringen van medeverdachten waaruit blijkt dat de verdachte betrokken was bij de steekpartij en dat hij heeft gestoken. De verdachte ontkent dat hij ‘ [accountnaam 1] ’ is en dat hij gebruikt maakt van de accountnaam ‘ [accountnaam 2] ’. De berichten en de tijdlijn maken duidelijk dat de verdachte niet aanwezig kan zijn geweest bij het steekincident.
Ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde heeft de verdediging aangevoerd dat vrijspraak moet volgen nu op geen enkele wijze kan worden aangetoond welke rol de verdachte heeft gehad en dus niet kan worden vastgesteld of hij een significante bijdrage heeft geleverd.
Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging. [1]
3.3.1
Feiten 1 en 2 – het steekincident op 5 juni 2021
Algemene inleiding
Op 5 juni 2021 omstreeks 23:00 uur zijn verbalisanten na een melding over een steekpartij naar [locatie 1] te Zoetermeer gegaan. Ter plaatse aangekomen zagen zij ter hoogte van [locatie 2] twee personen op de stoeprand zitten met ongeveer vijf personen eromheen. De verbalisant zag op de doorgaande weg een grote hoeveelheid bloeddruppels liggen. De twee personen op de stoeprand, die later bleken te zijn [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (verder: [slachtoffer 2] ), zaten onder het bloed en hadden beiden verwondingen aan het lichaam, lijkend op steekverwondingen. De verbalisant hoorde [slachtoffer 1] verklaren dat zij gewoon aan het basketballen waren op het veldje en ineens door een groep werden aangevallen. Hij had niets gezien en wist ook niet met hoeveel mensen zij waren. [slachtoffer 2] verklaarde dat de aanval uit het niets kwam en dat hij verder niet kon vertellen wat er was gebeurd. Beide slachtoffers zijn meegenomen met de ambulance. [2]
Verklaringen van slachtoffers
Het [slachtoffer 1] is op 6 juni 2021 door de politie in het ziekenhuis gehoord, waarbij hij heeft verklaard dat hij zag dat iemand op hem af kwam lopen met een mes. Hij verklaarde ook dat hij geen aangifte wilde doen. [3] Op 22 november 2021 is [slachtoffer 1] als getuige gehoord; hij heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij heeft verklaard in het ziekenhuis, dat hij geen mes heeft gezien en dat hij dit in het ziekenhuis ook niet heeft verklaard. Hij weet niet meer met wie hij die avond was, behalve met [slachtoffer 2] . De namen van de verdachte en zijn medeverdachten zeggen hem niets. Ook [slachtoffer 2] is als getuige gehoord en heeft op 22 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ‘gewoon’ geen aangifte wil doen en dat hij niet heeft gezien wie hem heeft gestoken. [4]
Verwondingen van slachtoffers
[verbalisant] , die ter plaatste was vlak na het incident, heeft op 5 juni 2021 gezien dat [slachtoffer 1] een open wond had op zijn linker schouderblad, een wond aan zijn linker elleboog en aan zijn linker pols, een steekwond onder zijn linker tepel op zijn borst en een steekwond in de linkerzijde van zijn torso. De verbalisant zag dat [slachtoffer 2] een open wond had op zijn achterhoofd, lijkend op een steekwond. [5] [slachtoffer 2] heeft op
22 november 2021 bij de rechter-commissaris zelf ook verklaard dat hij een steekwond op zijn achterhoofd heeft opgelopen.
Getuigen
[getuige 1] heeft op 5 juni 2021 verklaard dat hij twee jongens onder het bloed zag zitten en hen tegen elkaar hoorde zeggen dat ze niks gingen vertellen en zouden zeggen dat er niets gebeurd was. Hij hoorde hen zeggen dat het ‘hun blok tegen ons blok’ was en iets met Syrië wat nu geen Syriërs meer waren. [6] Kort voor het incident had hij een groep van 20 à 30 man zien rennen. [7]
[getuige 2] heeft op 6 juni 2021 verklaard dat hij achter [locatie 1] met ongeveer vijf vrienden aan het basketballen was en er opeens een groep jongens schreeuwend op hen af kwam rennen. Hij zag dat één van deze jongens een mes in zijn handen had met een lengte van ongeveer 15 centimeter. [8]
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is een Snapchatgesprek aangetroffen met 27 deelnemers, gevoerd op verschillende tijdstippen in de avond van
5 juni 2021, de dag van het steekincident. Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [locatie 1] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. [9]
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat onder meer de volgende teksten zijn verzonden:
1
[accountnaam 3]
Boys vandaag kaka
5-6-2021 16:14:10
2
[accountnaam 3]
Iedereen black gedrest
5-6-2021 16:14:24
3
[accountnaam 3]
Beetje spitten hier en daar
5-6-2021 16:14:34
68
[accountnaam 4]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[accountnaam 4]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[accountnaam 4]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[accountnaam 3]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[accountnaam 4]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[accountnaam 5]
Yusu
5-6-2021 22:41:11
76
[accountnaam 4]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[accountnaam 3]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[accountnaam 4]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[accountnaam 4]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[accountnaam 4]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[accountnaam 3]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[accountnaam 4]
Jahtoxh
5-6-2021 22:41:35
83
[accountnaam 4]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[accountnaam 4]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[accountnaam 4]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
[accountnaam 6]
Welk boys van pb?
5-6-2021 22:41:53
87
[accountnaam 4]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[accountnaam 4]
Chefs
5-6-2021 22:41:59
90
[accountnaam 3]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[accountnaam 5]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[accountnaam 5]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[accountnaam 5]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[accountnaam 4]
Gwn Chris n die somas
5-6-2021 22:43:57
109
[accountnaam 5]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
131
[accountnaam 5]
Wie is [slachtoffer 1]
5-6-2021 23:07:38
133
[accountnaam 5]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
147
[accountnaam 5]
ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[accountnaam 5]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
186
[accountnaam 5]
[slachtoffer 1] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[accountnaam 5]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [locatie 1] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. De politie heeft onder meer opgeschreven dat ‘spitten’ ‘rappen’ betekent [10] .
Tussenconclusie
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de aanleiding van het steekincident is geweest, nu de slachtoffers daar zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris niet over hebben willen verklaren. De rechtbank ziet wel aanwijzingen in het dossier dat sprake zou zijn van een ruzie tussen jongens uit verschillende wijken in Zoetermeer gelet op de hierboven genoemde verklaring van [getuige 1] en het Snapchatgesprek waarin wordt gesproken over het ‘pakken van PB boys’ (jongens uit de wijk Palenstein) en een ‘beef’ (ruzie). Uit het dossier volgt verder dat bij meerdere verdachten drillrapteksten en beelden van drillrap-clips zijn aangetroffen op hun telefoons, maar de inhoud daarvan geeft onvoldoende aanleiding voor de gevolgtrekking dat het steekincident te maken had met een drillrap-gerelateerde ruzie.
De rechtbank leidt tot zover uit de stukken af dat sprake is geweest van een heftige confrontatie bij [locatie 1] te Zoetermeer, waarbij een groep jongens op de slachtoffers is afgerend, waaronder in ieder geval één jongen met een mes, en de twee slachtoffers zijn gestoken. [slachtoffer 1] heeft daarbij vijf steekwonden opgelopen aan zijn lichaam en [slachtoffer 2] één steekwond op zijn achterhoofd.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als medepleger van poging tot moord of medeplichtigheid daaraan. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord en van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een poging tot moord.
Poging tot doodslag?
Wel dient de rechtbank antwoord te geven op de vraag of sprake is van poging tot doodslag zoals primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegd. Het steken met een mes in bepaalde delen van het lichaam van een persoon kan in bepaalde gevallen dodelijk zijn. Om te kunnen spreken van potentieel dodelijk letsel is van doorslaggevend belang dat wordt vastgesteld dat vitale delen in het lichaam zijn of hadden kunnen worden geraakt. In deze zaak is vast komen te staan dat het [slachtoffer 1] in totaal vijf steekwonden heeft opgelopen, te weten bij zijn linker schouderblad, linker elleboog, linker pols, onder zijn linker tepel op zijn borst en in de linkerzijde van zijn bovenlichaam. Het [slachtoffer 2] heeft een steekwond opgelopen op zijn achterhoofd. De rechtbank stelt vast dat een medische verklaring over de aard en ernst van de verwondingen van beide slachtoffers zich niet in het procesdossier bevindt en dat de slachtoffers ook desgevraagd door de rechter-commissaris niets hebben gezegd over de aard en ernst van het letsel. Nu niet is komen vast te staan dat met de messteken een of meer vitale delen van het lichaam zijn geraakt of konden worden geraakt en onduidelijk is gebleven wat de aard en ernst van het letsel was, of er een noodzaak tot medisch ingrijpen is geweest en in hoeverre er uitzicht is op (volledig) herstel, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de door de slachtoffers opgelopen steekwonden potentieel dodelijk zijn geweest. Na aanhouding van de inhoudelijke zitting is op 7 oktober 2022 door [slachtoffer 1] een vordering benadeelde partij ingediend met als bijlage een medische verklaring. Hoewel deze medische verklaring meer informatie geeft ten aanzien van de diepte van de steekwonden, is ook deze informatie onvoldoende om te kunnen bewijzen dat de steekletsels potentieel dodelijk waren.
Reeds daarom zal de verdachte, nog daargelaten dat uit de bewijsmiddelen evenmin kan worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood van de slachtoffers heeft aanvaard, ook worden vrijgesproken van de hem primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegde poging tot doodslag.
Daar komt bij dat het voor de rechtbank op basis van het dossier op één verdachte na onduidelijk is gebleven door wie en onder welke omstandigheden er voorts is gestoken. Dat de rechtbank onvoldoende wetenschap heeft over de steekletsels en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht is enerzijds gelegen in het uitblijven van een aangifte door de slachtoffers en anderzijds in het zwijgen dan wel zeer beperkt verklaren door alle betrokkenen waaronder de verdachten. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van (het medeplegen van- dan wel de medeplichtigheid aan) een poging tot doodslag.
Zware mishandeling?
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is geweest van zware mishandeling.
Hiervoor is vastgesteld dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de slachtoffers steekwonden hebben opgelopen. Vooropgesteld wordt dat de rechtbank dit ziet als ernstig letsel. Bij de beantwoording van de vraag of toegebracht letsel als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden aangemerkt dient echter de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel in aanmerking te worden genomen. De rechtbank heeft hiervoor reeds geconstateerd dat het dossier geen objectieve bewijsmiddelen bevat op grond waarvan de aard en ernst van de steekverwondingen, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel kan worden vastgesteld. De waarnemingen van de verbalisanten die het eerste ter plaatse waren en de beknopte verklaringen van de slachtoffers zelf zijn ontoereikend om het letsel van de beide slachtoffers aan te kunnen merken als zwaar lichamelijk letsel. De door de benadeelde partij [slachtoffer 1] nader overgelegde medische verklaring biedt hiertoe evenmin voldoende onderbouwing.
De verdachte zal daarom ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Daarmee komt de rechtbank evenmin toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van zware mishandeling of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
Voorbereidingshandelingen?
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 1 nog meer subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van een misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven en waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruikt daarvan voor ogen had.
Van voorbereidingshandelingen is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (samenvattend: middelen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in dit verband onder de eerste twee gedachtestreepjes handelingen ten laste heeft gelegd, te weten – kort gezegd – het per telefoon en sociale media afspreken en oproepen om anderen te grazen te nemen en het verzamelen van een groep mensen om met dat doel samen naar [locatie 2] te gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als middelen, bestemd tot het begaan van een misdrijf.
De rechtbank dient voorts de vraag te beantwoorden of de verdachte opzettelijk een mes voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder het derde gedachtestreepje, bestemd ter voorbereiding van misdrijven als in de tenlastelegging omschreven, te weten poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident een mes voorhanden heeft gehad én daarbij een van de misdrijven zoals voornoemd voor ogen had.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 nog meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
Eindconclusie
Het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 5 juni 2021 te Zoetermeer op de openbare weg zijn aangevallen door een groep jongens waarbij zij zijn gestoken met een mes. Naar het oordeel van de rechtbank staat ook vast dat de slachtoffers zijn geschopt en geslagen. [11] De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat er openlijk en in vereniging geweld tegen de slachtoffers is gepleegd.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of ook de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit geweld.
Juridisch kader
Met betrekking tot de ten laste gelegde openlijke geweldpleging stelt de rechtbank voorop dat blijkens de wetsgeschiedenis, zoals aangehaald in het arrest van de Hoge Raad van
11 november 2003, ECLI:NL:HR:AL6209, van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van deze strafbaarstelling sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.
De rechtbank zal aan de hand van voornoemde en na te melden bewijsmiddelen beoordelen of sprake is van een voldoende significante en wezenlijke bijdrage van de verdachte.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie, de rechter-commissaris en ter zitting geen verklaring afgelegd en heeft zich grotendeels beroepen op zijn zwijgrecht.
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is het hiervoor reeds gedeeltelijk weergegeven Snapchatgesprek van 5 juni 2021 aangetroffen. Zoals beschreven waren er 27 deelnemers aan het gesprek, dat op verschillende tijdstippen in de avond van 5 juni 2021, de dag van het steekincident, is gevoerd. [12]
Een van de deelnemers aan deze chat is ‘ [accountnaam 5] ’.
De politie heeft op dit account een spoedvordering gedaan en hieruit kwam het [telefoonnummer] naar voren. Uit onderzoek naar dit telefoonnummer is gebleken dat dit nummer in de in beslag genomen telefoons van de eerder aangehouden verdachten stond opgeslagen onder de naam ‘ [verdachte] ’. [13]
Op 28 juni 2021 is de woning van de verdachte doorzocht, waarbij op zijn slaapkamer een sleutelhanger is gevonden met het opschrift ‘ [accountnaam 1] ’ en witte Apple Airpods genaamd ‘Airpods van [accountnaam 1] ’. [14] Tijdens de doorzoeking is in de slaapkamer van de verdachte voorts een telefoon aangetroffen met het [SIN-nummer] . Uit onderzoek naar deze telefoon is gebleken dat het Apple ID op de telefoon [e-mailadres]
betreft. Op deze Iphone stond voor de ‘source’ snapchat met de naam ‘ [accountnaam 2] ’ een wachtwoord opgeslagen. Twee user accounts waren gekoppeld aan ‘ [accountnaam 1] ’ of ‘ [accountnaam 2] ’. [15] Ook de school van de verdachte heeft laten weten dat het snapchataccount van de verdachte ‘ [accountnaam 2] ’ is. [16]
De rechtbank stelt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de verdachte de naam ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’ gebruikt en dat het account ‘ [accountnaam 5] ’ aan hem toebehoort. Dit vindt verder steun in het snapchatgesprek van 5 juni 2021, waarin [medeverdachte 1] zegt ‘je was tt snel daar [accountnaam 1] ’ en waarop het account ‘ [accountnaam 5] ’ 23 seconden later reageert met ‘jah broer ik woon gwn dicht bij’. [17] De woning van de verdachte ligt op 550 meter afstand van de plaats delict. [18]
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte onder de accountnaam ‘ [accountnaam 5] ’ deelneemt aan het Snapchatgesprek van 5 juni 2021. De rechtbank haalt nog enkele teksten uit dit gesprek aan. [19]
92
[accountnaam 5]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[accountnaam 5]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[accountnaam 5]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
102
[accountnaam 5]
Kkr
5-6-2021 22:45:13
103
[accountnaam 5]
Ik ga gwn moken
5-6-2021 22:45:15
105
[accountnaam 5]
Yoo
5-6-2021 22:52:21
106
[accountnaam 5]
Blindo ofs hier
5-6-2021 22:52:25
107
[accountnaam 6]
Film is jullie omgeving
5-6-2021 22:55:16
109
[accountnaam 5]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
110
[accountnaam 5]
Cops gaan sws komen
5-6-2021 23:04:36
112
[accountnaam 5]
See best
5-6-2021 23:04:49
114
[accountnaam 5]
Wauww man
5-6-2021 23:05:10
115
[accountnaam 5]
Amang kan yusu nii dash
5-6-2021 23:05:15
129
[accountnaam 5]
BEN AL OSSO MAN
5-6-2021 23:06:57
131
[accountnaam 5]
Wie is [slachtoffer 1]
5-6-2021 23:07:38
133
[accountnaam 5]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
134
[accountnaam 5]
Hij gooit Allah
5-6-2021 23:08:34
137
[accountnaam 5]
5-6-2021 23:09:29
141
[accountnaam 5]
Cris
5-6-2021 23:09:40
146
[accountnaam 5]
Jah dat is die man
5-6-2021 23:10:11
147
[accountnaam 5]
Ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[accountnaam 5]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
151
[accountnaam 5]
5-6-2021 23:11:28
152
[accountnaam 5]
Kkr man
5-6-2021 23:11:32
154
[accountnaam 7]
Ik hoor coppa vanaf btw halte
5-6-2021 23:12:15
155
[accountnaam 5]
Kkr heet
5-6-2021 23:12:50
160
[accountnaam 5]
Ik hoor cops
5-6-2021 23:13:33
164
[accountnaam 8]
Je was tt snel daar [accountnaam 1]
5-6-2021 23:14:18
165
[accountnaam 5]
Jah broer ik woon gwn dicht bij
5-6-2021 23:14:41
186
[accountnaam 5]
[slachtoffer 1] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[accountnaam 5]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
225
[accountnaam 5]
Heb je hem geraakt
5-6-2021 23:27:31
226
[accountnaam 5]
Kkr soldaat
5-6-2021 23:27:33
227
[accountnaam 5]
5-6-2021 23:27:36
230
[accountnaam 8]
Ik was heletijd met Turk
5-6-2021 23:28:08
231
[accountnaam 9]
Ai ai
5-6-2021 23:28:10
234
[accountnaam 5]
Hij zegt can ik ken jou help me
5-6-2021 23:28:24
235
[accountnaam 5]
5-6-2021 23:28:26
236
[accountnaam 5]
Can*
5-6-2021 23:28:35
238
[accountnaam 9]
Ahhah
5-6-2021 23:28:42
239
[accountnaam 5]
Wrm doe je die
5-6-2021 23:28:46
240
[accountnaam 5]
5-6-2021 23:28:47
De rechtbank stelt vast dat de verdachte actief deelneemt aan het Snapchatgesprek van
5 juni 2021, waarin voorafgaand en nadien over het steekincident wordt gesproken. Uit de aangehaalde passages leidt de rechtbank af dat de verdachte wist dat er werd opgeroepen om naar [locatie 2] te komen om Palenstein boys te ‘pakken,’ dat er ‘beef’ was en dat er messen werden meegenomen. Voorts wordt er gesproken over een ‘beef’ met Chris en die ‘soma’s’. Hiervoor is reeds vastgesteld dat uit het dossier blijkt dat het steekincident heeft plaatsgevonden nabij [locatie 2] rond 23:00 uur.
De verdachte heeft in het Snapchatgesprek op de oproep daartoe van “ [accountnaam 4] ”, welk account door de politie is toegeschreven aan [medeverdachte 2] , gereageerd door te vragen of hij ‘beef’ had en dat hij gewoon zou komen.
In de aangehaalde passages ziet de rechtbank dat de verdachte kort na het steekincident opnieuw actief is in het Snapchatgesprek en dat hij vertelt over het steekincident en reageert op berichten die hierop zien. Zo zegt de verdachte onder andere dat [slachtoffer 1] vijf keer is ‘gedipt’ en dat ze ‘dashed’ gingen toen ‘wij trokken’. Voorts reageert hij op [medeverdachte 1] dat hij snel ‘daar’ was omdat hij dichtbij woont en heeft hij het over ‘mijn machete’. De rechtbank constateert dat de naam [slachtoffer 1] de voornaam is van het [slachtoffer 1] .
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, vast komen te staan dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en een significant aandeel heeft gehad in het gepleegde geweld.
Uit hetgeen de verdachte in het Snapchatgesprek van 5 juni 2021 heeft gezegd leidt de rechtbank af dat de verdachte naar het skatebaantje is gegaan nadat werd opgeroepen om Palenstein Boys te pakken en messen mee te nemen. In hetzelfde gesprek – vlak na het steekincident – noemt de verdachte de naam van een van de slachtoffers, vertelt hij wat dit slachtoffer zou hebben gezegd en geeft hij aan hoe vaak dit slachtoffer is gestoken, hetgeen hij alleen kon weten als hij bij het steekincident aanwezig was. Veelzeggend is daarbij dat de verdachte zegt dat de slachtoffers ervandoor gingen toen ‘wij’ trokken. Samen met zijn opmerking over ‘mijn machete’ is de rechtbank er dan ook van overtuigd dat de verdachte op het moment van het steekincident daadwerkelijk een mes bij zich droeg en dat hij dit mes heeft getrokken. Het aanwezig zijn bij de steekpartij met een getrokken mes levert naar het oordeel van de rechtbank een significante bijdrage aan het gepleegde openlijke geweld op. Dat niet duidelijk is geworden of de verdachte daadwerkelijk met het mes heeft gestoken doet hieraan niet af.
De rechtbank acht de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad, overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de in artikel 141, tweede lid, Sr opgenomen zwaardere strafbedreigingen uitsluitend van toepassing zijn op de verdachte die
zelfhet bewezenverklaarde letsel heeft toegebracht, zodat de verdachte niet op grond van deze bepaling strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het door zijn mededaders in het kader van het openlijke geweld veroorzaakte letsel (HR 16 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3230, en HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1082).
Nog daargelaten dat – zoals hiervoor onder feit 1 is geoordeeld – van zwaar lichamelijk letsel onvoldoende is gebleken, brengt het voorgaande mee dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gekwalificeerde gevolgen van de openlijke geweldpleging. Uit de bewijsvoering kan naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende worden afgeleid dat de verdachte met zijn
eigenhandelen het bewezenverklaarde letsel, te weten de steekwonden en/of enig ander letsel heeft toegebracht.
3.3.2
Feit 3 – voorhanden hebben van vuurwapen
Het onder 3 tenlastegelegde kan zonder nadere motivering bewezen worden verklaard. De verdachte heeft dit feit bekend en ter zitting is door de verdediging geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank is van oordeel dat feit 3 wettig en overtuigend is bewezen op grond van de volgende bewijsmiddelen:
  • de verklaring van de verdachte op de zitting van 18 februari 2022;
  • het proces-verbaal d.d. 28 juni 2021, nr. 2021159275 (p. 2065-2067).

4.De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart, op grond van het bovenstaande, ten aanzien van de verdachte wettig en overtuigend bewezen dat
Feit 2 primair
hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan
[locatie 2]aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit:
- met een mes te steken van deze [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en het slaan en schoppen van deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] .
Feit 3
hij op 28 juni 2021 te Zoetermeer een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
eenrevolver, van het merk Zoraki (fabrikant: Atak Arms Ltd.), type/model R1-F, kaliber 4 mm Flobert, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver
voorhanden heeft gehad;
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De bewezenverklaarde feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
Feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Feit 3handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, nu er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat aan de verdachte een jeugddetentie van 271 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar wordt opgelegd, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte onderwijs volgt, meewerkt aan het voortzetten van het coachingstraject en dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten. De officier van justitie heeft verder geëist dat deze bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. Naast de deels voorwaardelijke jeugddetentie heeft de officier van justitie geëist dat aan de verdachte de leerstraf So-Cool Verlengd voor de duur van 50 uren subsidiair 25 dagen vervangende jeugddetentie wordt opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit te volstaan met onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest, waarbij enig resterend strafdeel geheel voorwaardelijk wordt opgelegd. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte, de straffen in soortgelijke zaken en de inhoud van het Pro Justitia rapport. De verdediging heeft gesteld dat strafvermindering dient te volgen omdat de politie onrechtmatig heeft gehandeld bij de aanhouding van de verdachte gelet op het feit dat de verdachte na zijn aanhouding en tijdens het politievervoer is geboeid, terwijl hij zich niet tegen zijn aanhouding heeft verzet en heeft meegewerkt.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
7.3.1
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders op 5 juni 2021 schuldig gemaakt aan een openlijke geweldpleging. De slachtoffers zijn geslagen, geschopt en gestoken. De verdachte heeft door zijn handelen een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Ook moet dit voor de slachtoffers een zeer angstige ervaring zijn geweest. Feiten als deze dragen bij aan de in de maatschappij heersende gevoelens van angst en onveiligheid. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
Ook heeft de verdachte een vuurwapen voorhanden gehad. Het voorhanden hebben van dergelijke voorwerpen is verboden, omdat dit een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengt. Het voorhanden hebben van een wapen vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan aanzienlijk, en dit leidt tot steeds meer geweldsincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. Dit geldt zelfs nog meer daar waar het gaat om vuurwapens. Ook dit vindt de rechtbank een zeer ernstig strafbaar feit.
7.3.2
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
StrafbladUit het strafblad van de verdachte van 23 februari 2022, blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf.
Rapportages en verklaringen van deskundigen ter zitting
De rechtbank heeft kennisgenomen van de recente rapporten en adviezen die zijn opgemaakt
over de verdachte.
In de Pro-Justitia rapportage van 22 april 2022, opgemaakt door GZ-psycholoog A.J. van den Dorpel, is – samengevat weergegeven – het volgende naar voren
gebracht.
Bij de verdachte is sprake van een licht verstandelijke beperking. Omdat de verdachte het feit ontkent heeft de psycholoog geen zicht kunnen krijgen op het delictscenario en is geen zicht verkregen op de intenties, motieven en exacte rol die de verdachte zou hebben gehad in de aanloop naar en ten tijde van het ten laste gelegde feit. Ook ten aanzien van het vuurwapenbezit onthoudt de psycholoog zich van een advies nu de verdachte daar summier over verklaart. De belangrijkste risicofactor is gelegen in de persoon van de verdachte. De vastgestelde licht verstandelijke beperking heeft gevolgen voor zijn functioneren. Dit in combinatie met de achterlopende sociaal-emotionele ontwikkeling maakt dat verdachte vatbaar voor onder andere delinquente leeftijdsgenoten. In het huidige juridische kader met ondersteuning en begeleiding lijkt de verdachte redelijk adequaat te functioneren.
Het recidiverisico wordt als laag tot matig ingeschat. De verdachte lijkt optimaal te profiteren van het geboden kader en het is niet ondenkbaar dat hij hier nog langere tijd van afhankelijk zal blijven, nu de beperking niet voor behandeling vatbaar is. Met de huidige ondersteuning en begeleiding kan gewerkt worden aan het aanleren van (sociale) vaardigheden en assertiviteit. Met de Sociale Vaardigheidstraining So-Cool kan betrokkene vaardigheden aanleren om afwegingen te maken en om zich in (complexe) situaties staande te houden. Geadviseerd wordt om het kader met toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering op te leggen.
In het advies van de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad) van 8 juni 2022 is – samengevat weergegeven – het volgende naar voren gebracht.
De Raad heeft zorgen op de gebieden vrije tijd, relaties, attitude, agressie en vaardigheden. De school heeft zijn zorgen geuit over de beïnvloedbaarheid van de verdachte. Gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft de verdachte meermaals zijn schorsende voorwaarden geschonden en wordt hij verdacht van bedreiging van een medeverdachte. De Raad adviseert de leerstraf So-Cool Verlengd en een voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering, het volgen van onderwijs, meewerken aan de begeleiding van een coach vanuit Coach25, zich houden aan een avondklok, een contactverbod met de medeverdachten en ambulante behandeling indien de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht.
Aanvullend op het raadsadvies heeft de deskundige dhr. M. Bijkerk, werkzaam bij de Raad, ter zitting naar voren gebracht dat op dit moment niet duidelijk is bij welke eventuele verdere behandeling de verdachte gebaat zou zijn.
Door deskundige mw. N.A. Donders, werkzaam als jeugdreclasseerder bij William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, is ter zitting naar voren gebracht dat de avondklok als bijzondere voorwaarde niet langer nodig is, ook nu de verdachte vaak in de avonduren aan het werk is. De verdachte heeft zich de afgelopen maanden goed aan de avondklok gehouden en is zijn afspraken nagekomen.
7.3.3
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die uit de rapporten en ter zitting naar voren is gekomen, alsook de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals vermeld in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De verdachte heeft zich op jonge leeftijd (16 en 17 jaar) schuldig gemaakt aan twee zeer ernstige strafbare feiten. De verdachte is onder meer, samen met anderen, betrokken geweest bij ernstig openlijk geweld tegen twee jonge slachtoffers (15 en 16 jaar). [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn op [locatie 2] aangevallen door een groep jongens en daarbij geschopt, geslagen en meerdere malen met een mes gestoken. Alle daders zijn direct weggerend. Geen van hen heeft op enig moment nadien verantwoordelijkheid genomen voor de aanval, of voor een eigen aandeel daarin. Ook zonder dat er helderheid is gekomen over de aanleiding voor de vechtpartij kan voor een dergelijke uitbarsting van buitensporig geweld geen enkele rechtvaardiging worden gevonden. De verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan dit geweld en de rechtbank rekent hem dat ernstig aan.
De rechtbank maakt zich grote zorgen over het messenbezit onder jongeren en daarmee samenhangend de toename van steekpartijen onder jongeren op straat. Ook in deze omvangrijke strafzaak van de verdachte en zijn medeverdachten blijkt eens te meer dat jongeren op straat regelmatig messen bij zich dragen en het gebruik van deze wapens niet schuwen op het moment dat er – in hun beleving – een ruzie met leeftijdsgenoten moet worden uitgevochten. Dit zorgt voor veel onrust in de betreffende wijken en meer algemeen in de maatschappij. Het voorhanden hebben van een mes, en in het geval van de verdachte ook een vuurwapen, vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan aanzienlijk, en dit leidt tot steeds meer geweldsincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. De rechtbank vindt dit een uiterst zorgelijke ontwikkeling en een groot maatschappelijk probleem. Mede in het licht van deze ontwikkelingen zal een strafoplegging voor iedere individuele verdachte, maar ook voor de samenleving, een signaalfunctie hebben.
De rechtbank vindt een aanzienlijke jeugddetentie op zijn plaats, waarvan een gedeelte voorwaardelijk zal worden opgelegd. In de hierboven besproken omstandigheden ziet de rechtbank bovendien aanleiding om de verdachte daarnaast een onvoorwaardelijke leerstraf op te leggen.
Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat het, gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, aangewezen is dat de verdachte op verschillende gebieden ondersteund en waar nodig gestuurd wordt en zal daarom aan het voorwaardelijk deel van de straf bijzondere voorwaarden verbinden, die hierna zullen worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel heeft ook als doel de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De verdachte heeft het onvoorwaardelijke deel van zijn straf al in voorarrest doorgebracht.
Hoewel de rechtbank met de officier van justitie en de deskundigen van oordeel is dat passende behandeling wenselijk is voor de verdachte, kan de rechtbank, gelet op vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (zie HR 12 juli 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ4676 en HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1957) het meewerken aan behandeling niet als bijzondere voorwaarde opleggen nu tot op heden niet duidelijk is bij welke behandeling de verdachte gebaat is en waar die behandeling zou moeten plaatsvinden.
Door de verdediging is gesteld dat strafvermindering zou moeten volgen omdat de politie onrechtmatig heeft gehandeld jegens de verdachte door hem gedurende het politievervoer te boeien. De rechtbank is van oordeel dat op 28 juni 2021 niet is gebleken van disproportioneel handelen door de politie, gelet op de ernst van de verdenking waarvoor de verdachte werd aangehouden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten openlijke geweldpleging tegen personen. Gelet op de ernst van het feit en de rapporten omtrent zijn persoon, waaruit naar voren komt dat de verdachte hulpverlening en begeleiding nodig heeft, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan zonder inzet en voortzetting van passende hulp. Daarom zal de rechtbank ambtshalve bevelen dat de hierna op grond van art. 77z Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.De vordering van de benadeelde partij

Het slachtoffer
[slachtoffer 1]heeft zich ten aanzien van feiten 1 en 2 als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vraagt een bedrag van € 4.879,00, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ter zitting is door de advocaat van de benadeelde partij naar voren gebracht dat er nog een materiële schadepost aan de vordering dient te worden toegevoegd, te weten de beschadigde kleding à € 200,00. Daarmee bedraagt de vordering tot schadevergoeding in totaal
€ 5.079,00, bestaande uit
€ 200,00aan
materiële schadeen
€ 4.879,00aan
immateriële schade.
8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair bepleit de vordering niet-ontvankelijk te verklaren. De vordering is vanwege het zeer late moment van indienen in strijd met de beginselen van een goede procesorde. Daarnaast zou toewijzing voor een onredelijke situatie voor de verdachte zorgen nu de vordering enkel in de zaak van de verdachte is ingediend en niet in de zaken van de medeverdachten. Subsidiair is bepleit de vordering niet-ontvankelijk te verklaren nu vrijspraak is bepleit van de ten laste gelegde feiten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat de vordering in strijd is met de goede procesorde, omdat deze te laat zou zijn ingediend. Tot aan het requisitoir van de officier van justitie kan een benadeelde partij zich immers voegen in het strafproces en een vordering tot schadevergoeding indienen (zie artikel 51g, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering). De benadeelde partij heeft de vordering kort voorafgaand aan de terechtzitting ingediend en ter zitting is de vordering behandeld en besproken. Het verweer van de raadsman kan dus niet slagen.
Ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding overweegt de rechtbank als volgt.
Het is de rechtbank onduidelijk gebleven wat de precieze toedracht is van het geweldsincident, wat de omstandigheden zijn waaronder de steekletsels zijn toegebracht en wat de gevolgen daarvan zijn geweest voor het slachtoffer. Dat de rechtbank hier onvoldoende wetenschap over heeft is onder andere gelegen in het uitblijven van een aangifte. Ook bij de rechter-commissaris heeft het slachtoffer [slachtoffer 1] desgevraagd hierover niets willen verklaren. De medische verklaring die bij de vordering is gevoegd, biedt evenmin voldoende duidelijkheid over deze omstandigheden.
Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook onvoldoende inzicht verkregen over de omvang van de geleden schade. Dat maakt dat beoordeling van de schadeposten bij deze stand van zaken een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding.
De benadeelde partij kan deze vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
63, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 141 van het Wetboek van Strafrecht, en 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze artikelen zijn toegepast zoals zij rechtens golden op het moment van het plegen van het strafbare feit dan wel zoals zij rechtens gelden op het moment van de uitspraak.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven in paragraaf 4 is omschreven en kwalificeert dit als
Feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
Feit 3
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
straf
veroordeelt de verdachte tot
een
jeugddetentie voor de duur van 271 dagen;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, te weten
91 dagen, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van deze jeugddetentie wordt afgetrokken;
bepaalt dat een gedeelte van deze jeugddetentie, te weten
180 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd als de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee jarenvastgestelde proeftijd, houdt aan de volgende voorwaarden:
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en zich zal melden bij de jeugdreclassering, op momenten waarop zij dat willen en zolang zij dat willen;
3. dat hij gedurende de proeftijd zal blijven meewerken aan de begeleiding van een coach vanuit Coach E25 en zich zal houden aan de afspraken die daarbij met hem worden gemaakt;
4. dat hij gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen of andere zinvolle en door de jeugdreclassering goedgekeurde dagbesteding zal hebben;
5. dat hij gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect en ook niet via sociale media – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers:
- [slachtoffer 1] , [geboortedatum 1];
- [slachtoffer 2] , [geboortedatum 2],
en met de [medeverdachten]
zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering te Den Haag tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de veroordeelde op de overigens geldende voorwaarden dat hij gedurende de proeftijd:
6. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
7. zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
dadelijke uitvoerbaarheid
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf, bestaande uit een leerstraf, te weten de cursus So-Cool Verlengd, voor de duur van
50 UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
25 DAGEN;
vordering benadeelde partijbepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden begroot op nihil;
voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter, voorzitter,
mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter,
en mr. O.F. Bouwman, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Leurs, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 31 oktober 2022.
Mr. H.J.M. Smid-Verhage is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage:
I. De tenlastelegging

Bijlage I: de tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

(primair): medeplegen van poging tot moord
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
immers heeft hij, verdachte, (tezamen met -die- medeverdachte(n) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of te ‘dippen’en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 2] en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt en/of (in ieder geval) bemoeilijkt en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid tot medeplegen van poging tot
moord
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte (en/of zijn mededaders) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) opzettelijk (en met voorbedachten rade) van het leven te beroven, immers heeft/hebben hij en/of die medeverdachten/anderen met opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna) (tezamen) naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of (hiertoe);
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 2] en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren) ;
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (en/of zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 (en/of enige dagen daarvoor) te Zoetermeer, in ieder geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn/hun vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(meer) subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van zware mishandeling (met voorbedachten
rade)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij (tezamen met zijn mededaders) na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is -hij- samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 2] en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of (het) vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
(nog) meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden: (medeplegen van) medeplichtigheid aan
medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade
hij tezamen en in vereniging met een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk (en met voorbedachten rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 2] en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (met zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn/hun mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(Nog) meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van voorbereidingshandelingen tot het
medeplegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in artt. 289 c.q. 287 en/of 302
cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders), althans alleen, op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland,
ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge), als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht, opzettelijk:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 2] en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen)
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid van medeplegen van
voorbereidingshandelingen tot het plegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in
artt. 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders) op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge): als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
opzettelijk
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of
- mensen/vrienden/anderen verzameld (althans, is samen gelopen/opgetrokken) om naar/in de richting van [locatie 2] te komen/gaan en/of
- ( daartoe/daarbij) een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen/ bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen en/of andere wapens (door hemzelf en/of anderen) en/of
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;

2.

(openlijke geweldpleging, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan de Abdissenhof, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op of nabij [locatie 2] aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen), welk geweld bestond uit:
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) te steken en/of snijden van deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen en/of
- het slaan/stompen en/of schoppen van deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen)
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel (althans enig -lichamelijk- letsel), te weten een of meer steek- en/of snijwonden en/of wonden en/of schaafplekken en/of enig ander letsel voor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
verschaffen tot het plegen van openlijke geweldpleging
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s);
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar [locatie 2] te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of;
- verzameld (althans, is/zijn samen gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 2] en/of
- een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor:
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (een of meer anderen) te (kunnen) steken en/of snijden en/of slaan/stompen en/of trappen en/of (ander/overig) -fysiek- geweld toe te kunnen (laten) passen;

3.

hij op of omstreeks 28 juni 2021 te Zoetermeer een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten revolver, van het merk Zoraki (fabrikant: Atak Arms Ltd.), type/model R1-F, kaliber 4 mm Flobert zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2021159275, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam-Voorburg, onderzoek DH4R021046 / Ronin, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2212).
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1317-1319.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuigen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] d.d. 22 november 2021 bij de rechter-commissaris.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1320-1321.
8.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 1413-1416.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500 en proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3]
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1704-1706.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1707-1708a.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1711-1712.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1708b.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1456.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p.1398.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.