ECLI:NL:RBDHA:2022:11292
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in een schuldregeling
In deze zaak heeft de heer [naam01] een verzoek ingediend bij de rechtbank om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser, de heer [naam02], omdat niet alle schuldeisers akkoord zijn gegaan met zijn voorstel voor een schuldregeling. De heer [naam01] heeft een aanzienlijke schuldenlast van € 123.103,08 opgebouwd en heeft met hulp van de gemeente Pijnacker-Nootdorp een voorstel gedaan om 10,29% van zijn schulden te voldoen over een periode van 36 maanden. De heer [naam02] heeft echter geweigerd in te stemmen met dit voorstel, wat de heer [naam01] ertoe heeft aangezet om de rechtbank om een dwingende beslissing te vragen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de heer [naam01] op de zitting van 17 oktober 2022 behandeld, waarbij verschillende partijen aanwezig waren, waaronder de heer [naam01], zijn echtgenote en een schuldhulpverlener. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. Na een belangenafweging heeft de rechtbank geoordeeld dat het onredelijk is dat de heer [naam02] weigert in te stemmen met de aangeboden regeling, vooral omdat de meerderheid van de schuldeisers al akkoord is gegaan.
De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek van de heer [naam01] toegewezen en de heer [naam02] bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Het verzoek van de heer [naam01] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) is afgewezen, omdat het opleggen van het dwangakkoord voldoende was. De beslissing is openbaar uitgesproken op 31 oktober 2022.