Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 april 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] , opzettelijk van het leven te beroven,
- met een bestelbus met hoge snelheid, althans met aanzienlijke snelheid, in de richting van [slachtoffer 1] te rijden en/of
- (vervolgens) met die bestelbus tegen [slachtoffer 1] aan te rijden (tengevolge waarvan [slachtoffer 1] (hard) tegen/op de motorkap en/of voorruit van die bestelbus en vervolgens op de grond is terecht gekomen)
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- met een bestelbus met hoge snelheid, althans met aanzienlijke snelheid, in de richting van [slachtoffer 1] te rijden en/of
- (vervolgens) met die bestelbus tegen [slachtoffer 1] aan te rijden (tengevolge waarvan [slachtoffer 1] (hard) tegen/op de motorkap en/of voorruit van die bestelbus en vervolgens op de grond is terecht gekomen);
- met een bestelbus met hoge snelheid, althans met aanzienlijke snelheid, in de richting van [slachtoffer 1] te rijden en/of
- (vervolgens) met die bestelbus tegen [slachtoffer 1] aan te rijden, (tengevolge waarvan [slachtoffer 1] (hard) tegen/op de motorkap en/of voorruit van die bestelbus en vervolgens op de grond is terecht gekomen),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.hij op of omstreeks 15 april 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door- met een bestelbus met hoge snelheid, althans met aanzienlijke snelheid, door een straat te rijden (waar ook voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] zich bevonden) en/of- (ondertussen) dreigend de woorden te uiten "Ik rijd jullie allemaal dood" en/of "Ik vermoord jullie" en/of "Jullie gaan er ook zo aan", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of- (nadat voornoemde [slachtoffer 1] aan was gereden) dreigend de woorden te uiten "Dat is een" en/of "Het had alleen [slachtoffer 2] moeten wezen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
3.De bewijsbeslissing
- Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , p. 4;
- Het proces-verbaal bevindingen, p. 68;
- De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 oktober 2022.
hij op 15 april 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, aan [slachtoffer 1] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten onder meer een gebroken schouder en/of een schouder uit de kom en een kneuzing in het been en gekneusde ribben en een scheur in de wenkbrauw, heeft toegebracht door
- met een bestelbus met aanzienlijke snelheid, in de richting van [slachtoffer 1] te rijden en
- vervolgens met die bestelbus tegen [slachtoffer 1] aan te rijden tengevolge waarvan [slachtoffer 1] op de motorkap en voorruit van die bestelbus en vervolgens op de grond is terecht gekomen;
2.hij op 15 april 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door- dreigend de woorden te uiten "Ik rijd jullie allemaal dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en- nadat voornoemde [slachtoffer 1] aan was gereden dreigend de woorden te uiten "Dat is een".
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
eerste fasebegon toen [slachtoffer 2] , [naam 2] en [slachtoffer 1] naar de woning van de verdachte en zijn vriendin kwamen en de sloten probeerden open te boren, terwijl de vriendin van de verdachte zich in de woning bevond. Nadat de verdachte bij de woning arriveerde zijn [slachtoffer 2] , [naam 2] en [slachtoffer 1] aan de overkant van de straat gaan staan en hebben zij gewacht op de komst van de politie. De verdachte bevond zich toen in zijn bestelbus voor zijn woning. Uit de beschrijving van de camerabeelden blijkt dat het toen minutenlang relatief rustig bleef op straat. Voor zover het uitboren van de sloten een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding in de zin van artikel 41, eerste lid, Sr opleverde, was naar het oordeel van de rechtbank op het moment dat [slachtoffer 2] , [naam 2] en [slachtoffer 1] aan de overkant van de straat stonden en de verdachte zich in zijn bestelbus bevond, een einde gekomen aan die aanranding.
tweede fasewerd ingeluid doordat de verdachte vanuit zijn bestelbus begon met het roepen van de volgende tekst in de richting van [slachtoffer 2] , [naam 2] en [slachtoffer 1] : ‘Ik doe maar één ding. Ik rijd jullie alle vier voor jullie kankerpoten, jullie gaan dood, alle vier, kom maar.’ Op dat moment stonden [slachtoffer 2] , [naam 2] en [slachtoffer 1] al enige tijd op de stoep en uit de beschrijving van de camerabeelden blijkt niet dat zij op dat moment enige actie richting de verdachte ondernamen. Nadat de verdachte de genoemde woorden riep, kwamen ze echter in beweging en liepen in de richting van de bestelbus. Toen de verdachte vervolgens achteruit reed en niet verder kon, gaf hij gas en trok op in de richting van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] die op de straat liepen, met de aanrijding tot gevolg. Uit dit alles concludeert de rechtbank dat de tekst van de verdachte (‘Ik doe maar één ding. Ik rijd jullie alle vier voor jullie kankerpoten, jullie gaan dood, alle vier, kom maar.’) ervoor heeft gezorgd dat de anderen op hem afkwamen.
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
191 (honderdeenennegentig) DAGEN;
groot 90 dagen, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
taakstrafvoor de tijd van
120 (honderdtwintig) UREN;
60 (zestig) DAGEN.