ECLI:NL:RBDHA:2022:11201
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag tot afgifte van een verblijfsdocument voor gemeenschapsonderdaan
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Dominicaanse man, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument op basis van zijn verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan. De aanvraag werd afgewezen omdat de eiser niet had aangetoond dat zijn verblijfsrecht in Spanje was vervallen. De rechtbank oordeelde dat het aan de eiser was om bewijs te leveren van zijn verblijfsstatus in Spanje, en dat de enkele aanvraag om een verklaring van de Spaanse autoriteiten niet voldoende was om aan te tonen dat hij geen rechtmatig verblijf meer had.
De rechtbank overwoog verder dat de eiser niet had gemotiveerd waarom hij geen bewijs kon overleggen dat zijn verblijfsrecht was beëindigd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de eiser niet had voldaan aan zijn bewijslast en dat de Staatssecretaris niet verplicht was om navraag te doen bij de Spaanse autoriteiten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.