ECLI:NL:RBDHA:2022:11160
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand op basis van studiefinanciering en de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ondernemer, en de Burgemeester en wethouders van Gouda. Eiser had in de periode van 1 maart tot en met 30 september 2020 bijstand ontvangen op basis van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Echter, verweerder heeft het recht op bijstand van eiser met ingang van 1 maart 2020 ingetrokken en de ten onrechte verstrekte bijstand van € 7.386,37 teruggevorderd, omdat eiser in die periode studiefinanciering ontving. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser gedurende de beoordelingsperiode recht had op studiefinanciering en dat hij geen recht had op bijstand volgens artikel 13 van de Participatiewet. Eiser heeft aangevoerd dat hij altijd transparant is geweest en dat de terugvordering onredelijk hoog is voor hem als startende ondernemer. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de terugvordering niet onredelijk hoog is en dat eiser niet heeft kunnen aantonen dat hij in de beoordelingsperiode geen recht had op studiefinanciering. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waardoor het besluit van verweerder om de bijstand terug te vorderen is gehandhaafd.