ECLI:NL:RBDHA:2022:11144

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 november 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
09/156635.21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 20-jarige man voor mishandeling, stalking en diefstal met bijzondere voorwaarden

Op 2 november 2022 heeft de rechtbank Den Haag een 20-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 136 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk. De man werd schuldig bevonden aan mishandeling van een vriendin, het anderhalf jaar stalken van een ex-partner, en diefstal van sieraden van zijn oma. De rechtbank legde verschillende bijzondere voorwaarden op aan het voorwaardelijke strafdeel, zodat de jonge veroordeelde met de reclassering kan werken aan zijn problematiek. De zaak kwam ter terechtzitting op 19 oktober 2022, waar de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. T. Sandrk, aanwezig was. De officier van justitie, mr. B.A.C. Looijestijn, eiste een gevangenisstraf van 136 dagen, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en behandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd, waaronder mishandeling, belaging en diefstal. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee. De verdachte had eerder al een strafblad en had zich niet gehouden aan de voorwaarden van zijn voorlopige hechtenis. Echter, tijdens zijn laatste detentieperiode leek hij tot inkeer te komen en had hij zich aan de voorwaarden gehouden. De rechtbank besloot om de verdachte een kans te geven en legde een stevige voorwaardelijke straf op, met de nadruk op de noodzaak van begeleiding door de reclassering.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/156635-21
Datum uitspraak: 2 november 2022
Tegenspraak
(Verkort vonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres]

De terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 19 oktober 2022.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. T. Sandrk, is op de terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie, mr. B.A.C. Looijestijn, heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 136 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 90 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden die de reclassering in haar rapport van 1 augustus 2022 heeft geadviseerd, te weten een meldplicht, leefstijltraining, ambulante behandeling, contactverbod, meewerken aan middelencontrole en ambulante begeleiding. De officier van justitie heeft zich tevens op het standpunt gesteld dat niet het jeugdstrafrecht, maar het volwassenenstrafrecht moet worden toegepast.

De tenlasteleggingAan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.
hij op of omstreeks 24 april 2021 te Warmond, gemeente Teylingen [ slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar (meermalen) (met kracht) te slaan/stompen en/of schoppen/trappen tegen haar armen en/of benen en/of (onder)rug;
2.
hij in de periode van 1 december 2019 tot en met 03 mei 2021 te Kaag, gemeente Kaag en
Braassem, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door:
- ( veelvuldig) telefonisch en middels social media (Whatsapp, SMS, spraakopnamen, Instagram)
contact op te nemen en/of berichten te plaatsen en/of
- een euro op haar rekening te storten met daaraan gekoppeld een bericht en/of
- haar vrienden te bellen en/of berichten te sturen en/of
- bedreigingen te uiten zoals: "Ik weet waar je woont" en/of "ik steek je huis in de fik, terwijl je slaapt", althans woorden van gelijk dreigende aard en/of strekking en/of
- te dreigen met het plaatsen van een naakt foto (van [slachtoffer 2] ) op internet
met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3.
hij in de periode van 6 maart 2021 tot en met 7 maart 2021 te Kaag, gemeente Kaag en Braassem, diverse sierraden, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

De bewijsmiddelen

De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel met een opgave daarvan, zal dit plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.

De bewezenverklaring

Door de inhoud van de bewijsmiddelen – elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft – heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat de verdachte de bij dagvaarding ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 24 april 2021 te Warmond, gemeente Teylingen, [ slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar meermalen met kracht te slaan/stompen en schoppen/trappen tegen haar armen en benen en onderrug;
2.
hij in de periode van 1 december 2019 tot en met 03 mei 2021 te Kaag, gemeente Kaag en
Braassem, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door:
- ( veelvuldig) telefonisch en middels social media (Whatsapp, SMS, spraakopnamen, Instagram) contact op te nemen en berichten te plaatsen en
- een euro op haar rekening te storten met daaraan gekoppeld een bericht en
- haar vrienden te bellen en berichten te sturen en
- bedreigingen te uiten zoals: "Ik weet waar je woont" en "ik steek je huis in de fik, terwijl je slaapt", en
- te dreigen met het plaatsen van een naaktfoto van [slachtoffer 2] op internet
met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
3.
hij in de periode van 6 maart 2021 tot en met 7 maart 2021 te Kaag, gemeente Kaag en Braassem, diverse sierraden, die geheel aan [slachtoffer 3] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen.
Type- en taalfouten in de tenlastelegging zijn in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

De strafoplegging

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie feiten, alle drie gepleegd ten koste van personen die behoren tot zijn naaste omgeving, te weten een vriendin, een ex-partner en zijn oma. Slachtoffer [ slachtoffer 1] is op een voor haar kwetsbaar moment geschopt en geslagen door de verdachte en heeft niet alleen de fysieke gevolgen daarvan moeten ondervinden, maar naar algemene kennis zal een dergelijk feit ook emotioneel veel schade hebben toegebracht. Slachtoffer [slachtoffer 2] is, nadat zij besloten had de relatie met de verdachte te beëindigen, anderhalf jaar door de verdachte op indringende wijze gestalkt. Niet alleen heeft hij haar berichten gestuurd, hij heeft haar ook bedreigd en beledigd en nadat hij via verschillende media door haar geblokkeerd was, heeft hij haar via andere personen geprobeerd te bereiken. De verdachte is er kennelijk niet van gediend dat een
(ex-)partner nee tegen hem zegt en speelt vervolgens eigen rechter. De rechtbank ziet hierin een zorgelijk patroon.
Naast deze feiten heeft de verdachte sieraden van zijn oma weggenomen en verkocht, naar eigen zeggen om met dat geld een avond te chillen, blowen en drinken in een hotel met een vriend. De verdachte had een sterke vertrouwensband met zijn oma, die hierdoor ernstig geschaad is. Diefstal gepleegd door je eigen kleinzoon zal naast vermogensschade ook emotionele schade met zich meebrengen.
Al het bovenstaande rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan en getuigt van gebrek aan respect voor andermans persoonlijke levenssfeer en eigendommen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van de verdachte van 22 september 2022, waaruit blijkt dat hij op 4 juni 2021 is veroordeeld voor mishandeling en op 15 juni 2022 een geldboete en rijontzegging opgelegd heeft gekregen voor rijden onder invloed. Artikel 63 Sr is dus van toepassing.
De voorlopige hechtenis van de verdachte was onder bijzondere voorwaarden geschorst vanaf 17 juni 2021 (de verdachte had op dat moment 3 dagen in verzekering doorgebracht), maar in het daarop volgende jaar heeft de verdachte zich onmogelijk gemaakt bij de reclassering. Op 23 december 2021 heeft hij een officiële waarschuwing gekregen omdat hij zich niet hield aan de meldplicht en het alcoholverbod. Hij testte meerdere keren positief op THC, cocaïne en alcohol. Op 15 juni 2022 heeft de reclassering geadviseerd de schorsing op te heffen, omdat de verdachte al zijn bijzondere voorwaarden had overtreden en meerdere kansen niet had benut. Op 8 juli 2022 is de schorsing opgeheven door de rechter-commissaris. De voorlopige hechtenis is wederom onder voorwaarden geschorst met ingang van 19 augustus 2022, naar aanleiding van een reclasseringsadvies van 1 augustus 2022.
Ter terechtzitting hebben de rechtbank en de officier van justitie uitgebreid stil gestaan bij deze gebeurtenissen en bij de meest recente ontwikkelingen in de persoon van de verdachte. De laatste detentieperiode van 8 juli tot 19 augustus 2022 lijkt bij de verdachte voor een ommekeer te hebben gezorgd. In detentie is bij hem het besef ingedaald van de ernst van de door hem gepleegde feiten en van de problemen die zich opstapelden in zijn leven. In de hierop volgende schorsingsperiode heeft de verdachte zich aan alle voorwaarden gehouden en handelt hij proactief bij het op orde krijgen van zijn leven. Tevens zijn alle urinecontroles schoon en woont hij nu bij zijn moeder waar hij meedraait in het gezin. De verdachte spreekt nu ook voor het eerst open over de problematische relatie met zijn vader, wat getuigt van persoonlijk inzicht en groei. Al met al lijkt bij de verdachte het kwartje te zijn gevallen.
De verdachte heeft ter terechtzitting open kaart gespeeld en heeft ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten bekend dat hij ze gepleegd heeft. Dat siert hem. Hij ziet inmiddels het laakbare van zijn handelen in en heeft spijt betuigd. De vertrouwensband met zijn oma is volgens hem hersteld. Hij weet zich tijdens de terechtzitting tevens gesteund door zijn moeder en zijn oma (niet zijnde het slachtoffer van het onder 3 bewezen verklaarde feit), die voor hem belangrijke rollen vervullen in het in goede zin oppakken van zijn leven.
De rechtbank benadrukt dat de door de verdachte gepleegde feiten en de manier waarop hij zich tijdens zijn eerste schorsing heeft gedragen een zorgelijk beeld schetsen van zijn persoon. Tegelijkertijd constateert de rechtbank dat de situatie nu anders is. De rechtbank ziet een gemotiveerd persoon voor zich die zijn zaken op orde heeft en zich nu aan alle voorwaarden van de reclassering houdt en wil blijven houden. De rechtbank ziet op dit moment een kans voor de verdachte om op het rechte pad te blijven en zal de verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan hij tot nu toe in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Wel zal een stevig voorwaardelijk deel worden opgelegd, met de bijzondere voorwaarden die de reclassering geadviseerd heeft. Een flinke stok achter de deur is geboden.
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank het eens dat niet het jeugdstrafrecht, zoals door de reclassering geadviseerd, maar het volwassenenstrafrecht dient te worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte.
Straf en bijzondere voorwaarden
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank acht de eis van de officier van justitie passend en geboden en zal aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 136 dagen opleggen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en zal daaraan verbinden de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering die op 1 augustus 2022 heeft geadviseerd. Op deze manier wordt het recidiverisico verminderd en krijgt de verdachte de kans om samen met de reclassering aan zichzelf te blijven werken.

De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 57, 63, 285b, 300 en 310 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
Ten aanzien van feit 1:

mishandeling;

Ten aanzien van feit 2:

belaging;

Ten aanzien van feit 3:

diefstal;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 136 (honderdzesendertig) DAGEN;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de volgende bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd bij GGZ Reclassering Fivoor op het adres Sint Cathrijnestraat 12, 1501 NN te Zaandam, of een andere instelling, te beoordelen door Reclassering Fivoor. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Ander gedrag betreffende de verdachte
Veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie Leefstijltraining 24/7 of een andere gedragsinterventie die gericht is op middelengebruik en delict gedrag. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.
Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door het Forensisch Ambulant Centrum van Fivoor, Youz of Topzorg de Waag, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Contactverbod
Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 2] ( [geboortedatum] 2000), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Meewerken aan middelencontrole
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Ambulante begeleiding
Veroordeelde laat zich begeleiden door Coach 25 2. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding, ook als dit het verkrijgen en vasthouden van dagbesteding inhoudt;
geeft opdracht aan Reclassering GGZ Fivoor te Zaandam tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, voorzitter,
mr. A.H. Bergman, rechter,
mr. L. Mundt, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. den Besten, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 november 2022.