In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Trustee Paternotte en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres, eigenaar van een voormalige zolder van een appartement, had een onttrekkingsvergunning aangevraagd om het object te gebruiken voor short stay verhuur. De gemeente weigerde deze vergunning en legde een last onder dwangsom op wegens overtreding van de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening. Eiseres was van mening dat het object niet tot de woningvoorraad behoorde en dat de vergunningplicht niet van toepassing was.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht de onttrekkingsvergunning had geweigerd. De rechtbank stelde vast dat het object feitelijk als woonruimte kon worden gebruikt en dat er voldoende schaarste aan woningen in Den Haag was, waardoor de vergunningplicht gerechtvaardigd was. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres dat het object in een toeristisch kerngebied lag en dat de vergunningplicht onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank concludeerde dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden en dat de last onder dwangsom in stand bleef. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.